Deel 09. De "Belgische" school

Hoe het begonnen is weet ik niet. Ik veronderstel dat de Belgische regering in London
het nuttig vond dat de kinderen van de Belgische vluchtelingen nederlandse lessen kregen om eens terug thuis nog iets van de taal te kunnen spreken. We dachten, spraken, schreven en lazen in het Engels. De lessen gingen door in de Belgische Club in James Street nabij de dokken. Er werd een lerares gevonden Mevr. Ardies die vöör de oorlog in Nekkerspoel bij Mechelen woonde. Zij was een klein, dik vrouwtje in de veertig. Ze woonde alleen in een huis in Heathwood Road in het distrikt Birchgrove. Haar man werkte bij de spoorwegen en was in België achtergebleven. De meeste leerlingen waren kinderen van Oostendenaars, een meisje kwam van Vilvoorde. We hadden de toelating nodig van Mr. Hegearty, headmaster van St. Peter's om twee halve dagen per week afwezig te zijn om naar de "Belgische school" te gaan.
Les werd er in de voormiddag gegeven. We namen tram 3 in Ninian Road tot aan The Hayes, dan tram 16 tot aan James Street. Het overstapje kostte 1 ½d.
We zaten allemaal samen in één lokaal zonder ouderdoms verschil.
Het lokaal was op de eerste verdieping. Het ging er heel primitief aan toe. Er was geen bord. Alle woorden en zinnen werden door de lerares op een papiertje geschreven en doorgegeven zodat we alles konden overschrijven in een schrijfboek. We kregen uitsluitend Nederlands. Onder elkaar spraken we Engels. Het mens had een onuitputtelijk geduld om het op die manier zo lang vol te houden. In 1943 kregen we eindelijk een bord. Of die lessen ons veel hebben bijgebracht heb ik sterke twijfels.
Tijdens een kerstfeest voor de Belgen heeft de klas eens optreden. Raymond Tytgat en ik hadden een gedicht geleerd : "De Poppenwasch" die we moesten voordragen. Mevr. Ardies had ons op het hart gedrukt eerst te buigen, terug recht komen en dan pas de titel te zeggen. Ik had het onthouden maar Raymond niet.
Enkele namen van de leerlingen van de Belgische school zijn me bijgebleven : Denise Deblocq uit Vilvoorde, Raymond en Lucienne Tytgat, Roland Desaever die in Alfred Street woonde, Mariette Smissaert. Moeder Deblocq, met dochter Denise en een zoon waren alleen in Cardiff. Haar man was in België gebleven. Ik heb in de jaren '90 Denise en haar moeder terug gevonden in Vilvoorde. Tijdens een "Belgische les", het was al na de bevrijding, kwam haar moeder Deblocq al wenend de klas binnen en vertelde dat haar man in Duitse gevangschap zat.
Van Raymond Tytgat weet ik dat hij vrijwilliger werd bij de Zeemacht en van Roland (Rollo) Desaever dat hij ingenieur geworden is.
Op de schoolfoto die in 1945 genomen werd staan niet alle leerlingen die de "Belgische school" volgden. Mevr. Ardies staat er op als een fiere madam .

Klik hier voor het vervolg

(c) Oscar Provoost. Gebruik van deze tekst toegestaan mits bronvermelding en kennisgeving aan Archief.