Daniël Van Parys over de overstroming van 1953
Daniël Van Parys, toen priester-leraar aan het O.L.V.-College getuigt: Die zaterdagavond hoorde ik de storm wel razen, maar ik ging gewoon slapen. ’s Ochtends werd ik gewekt door de directeur die mij in paniek kwam melden dat de toneelzaal helemaal onder water stond. En inderdaad, de stoelen dreven rond in het vuile water dat uit de dokken en de riolen was gekomen. Zelfs de piano was uit de orkestbak gedreven. Er hing een bijzonder onaangename geur. We probeerden te redden wat er te redden viel, maar het meeste was verloren. De jongens van de KSA trokken naar de binnenstad want er was geen school op maandag. De zaal van de Ibis werd gebruikt voor de opvang van de armen. Met een twaalftal jongens van de KSA trokken we naar de Cadzand-Bonenstraat en troffen er veel armoede aan. Die mensen waren alles kwijt, tot en met het weinige spaargeld dat ze hadden. De jongens deelden dekens uit. Het beeld van een arme sukkelaar die in de garre in de Sint-Franciscusstraat in de koude onder een afdakje lag te slapen, vergeet ik nooit meer. Schrijnend was dat … We gingen ook de zusters Clarissen helpen die in de Platformstraat woonden. Op bevel van de Stad moest alles wat met water in aanraking was geweest op straat worden gelegd om te vernietigen. Appels, ingelegde spinazie, alles moest weg. Dat was hard.
Meer weten: lees de publicatie "Oostende onder water"
(c) Daniël Van Parys. Gebruik van deze tekst toegestaan mits bronvermelding en kennisgeving aan Archief.
Meer weten: lees de publicatie "Oostende onder water"
(c) Daniël Van Parys. Gebruik van deze tekst toegestaan mits bronvermelding en kennisgeving aan Archief.