4.4 Het cartografische materiaal
Ter afsluiting van dit hoofdstuk, werpen we nog een blik op enkele kaarten en stadsgezichten die nog niet aan bod kwamen. De meeste kaarten die de 17de eeuw behandelden, hebben we immers gezien wanneer we het beleg besproken hebben.
Het eerste plan is als inzet te zien op de kaart van het beleg bij Sanderus (KP/H0094). Dit plan toont Oostende in het jaar 1641. De haven en de vestingen zijn vergelijkbaar met de andere plannen en zijn correct, maar de invulling van de stad is minder nauwkeurig. Doordat de gebouwen in opstaande vorm werden weergegeven (parallelprojectie van de gebouwen), zijn de straten veel te breed weergegeven en werden de twee markten onnauwkeurig ten opzichte van elkaar gesitueerd. Bovendien werd ook het Kapucijnenklooster verkeerd gesitueerd[1] en werd de Kerkstraat "Kers straat" genoemd, terwijl de Sint-Pieterskerk als "Sint-Martens Kerck" weergegeven werd. De verwarring in verband met de naamgeving van de grote kerk wordt nog groter wanneer er plannen opduiken, waar zowel de "grote kerk" als de "Sint-Martins kerk" zijn aangeduid (zie verder) ! De manier waarop die verwarring tot stand kwam is in zekere mate te achterhalen, maar een oplossing voor het probleem vinden is andere koek. In 1609 werd de klok van de heropgebouwde kerk gewijd ter ere van Sint-Maarten en pas in 1614 werden er nog drie nieuwe klokken aangebracht waarvan er één aan de heiligen Petrus en Paulus gewijd was. Terwijl E. Vlietinck van mening was dat de diverse auteurs van de plannen de schutspatroon van de eerste klok met die van de kerk verward hebben, vond C. Loontiens[2] dit niet zo vanzelfsprekend. Hij stelde dan ook twee oplossingen voor : ofwel was de hoofdkerk een tijdje aan Sint-Maarten gewijd ofwel was er een tweede (kleinere[3]) kerk die ten zuiden van de grote kerk stond. Deze laatste oplossing lijkt ons echter veel te ver gezocht. Het eerste voorstel biedt een betere oplossing voor het probleem, maar men mag toch niet uit het oog verliezen dat er veel plannen gekopieerd werden en dat er op die manier gemakkelijk foute informatie verspreid kan zijn geweest.
Het volgende plan (KP/G0015) is duidelijk geïnspireerd op het plan van Sanderus. Dezelfde verwarde naamgeving en situering is er terug te vinden, maar door het gebruik van een andere invalshoek, kwamen de fouten eigenlijk nog duidelijker naar voor.
Ook het plan KP/F0036 kampt met dezelfde problemen : cf. "l'Eglise Saint-Martin" (nr.14) en de ligging van het stadhuis (nr.17). Bovendien is de markt niet aangegeven (er is zelfs geen open ruimte !). Opmerkelijk zijn de "fanals", die aangeduid zijn met het nr. 6. op de oostelijke vestingen. Deze vuurbakens dienden waarschijnlijk om de schepen te helpen bij hun tocht naar de dokken ten zuiden van de stad.
De twee stadsgezichten (PT/G0051) tonen de stad in 1659, aan de oostzijde (bovenste zicht) en aan de noordzijde. Op de bovenste afbeelding zien we onder meer de grote kerk (met de hoge torenspits), het stadhuis en het Kapucijnenklooster. Het stadsgezicht onderaan brengt ons de stad, gezien vanaf de noordzijde. Maar in zijn ijver om alle belangrijke gebouwen weer te geven, heeft de auteur het niet zo nauw genomen met het perspectief. Een dergelijk vertekend beeld van de stad bij een stadsprofiel is een veelvoorkomend iets : de belangrijkste gebouwen worden, verhoudingsgewijs, te groot afgebeeld en allemaal naast elkaar geplaatst (terwijl ze eigenlijk achter elkaar stonden)[4]. Afb. 51 is een detailopname van een kaart uit 1675 van Gaspard Bouttats (afb. 50). Ook dit zicht op de stad aan de zuidoostzijde geeft de belangrijkste gebouwen weer : de "Groote kerck", het "nonne Cloos :" (Witte Nonnen), het "Stadt-huys" en de "Capusinen". Op de voorgrond zien we het fort Saint-Philippe en het Sas Slijkens en onder de grote prent werd het traject van het kanaal Brugge-Oostende afgebeeld.
[1] Vanaf de Nieuwe Markt vertrekken er, in de vorm van een "V", twee straten in noordelijke richting, terwijl er eigenlijk maar één straat zou mogen afgebeeld zijn, nl. de Kapucijnenstraat.
[2] C. LOONTIENS. Een Sint Maartenskerk te Oostende - De Plate, 1990, p. 248-253.
[3] Op sommige plannen maakte men immers een onderscheid tussen de "grote kerk" en de "St. Martinskerk".
[4] Voor meer informatie, zie : P.J. MARGRY, e.a. Stadsplattegronden. Werken met kaartmateriaal bij stadshistorisch onderzoek. Hilversum (Hollandse Studiën 20), 1987, p. 23 e.v.