Identificatie
Archiefnummer
BE/SAO/AC051/014
Titel
Processtuk en briefwisseling van Andreas Lanszweert aan zijn neef Philippe Lanszweert
Begindatum
11/08/1759
Einddatum
11/08/1760
Beschrijvingsniveau
archiefbestanddeel
Omvang en medium van de beschrijvingseenheid
1 nr.
Aantal archiefdozen
5 stukken
Context
Naam van de archiefvormer
F.1 Familie Lanszweert
Institutionele geschiedenis / biografie
"Processtukken over de nalatenschap van Anne-Marie Bondelue, echtgenote van Frans Lanszweert die op 10 augustus 1760 stierf. Andreas Lanszweert verdedigde in deze nalatenschap de rechten van zijn neef Philip Lanszweert. Het geschil over de nalatenschap speelt zich af tussen Philip enerzijds en zijn zusters en schoonbroers anderzijds. De overleden moeder had vroeger aan Philip een huis verkocht; de overige erfgenamen beschouwden de verkoop als een geschenk en wilden het in de totaliteit van de nalatenschap brengen. Het huis was gelegen in Stene en werd op 22 september 1758 verkocht. Het omvatte grond en schapen en was uitgerust als schaperij.
Philips zusters waren Marie-Adrienne (1711-1762), weduwe van Pierre Jacques Pipij, Anne-Marie (1713-1779) getrouwd met Jacques Dossaert , Isabelle (1715-1794), getrouwd met Daniel Wybo, en twee kloosterzusters in het klooster der Conceptionisten, Thérèse Louise (1718-1755) en Louise (1723- 1800) . De leider van de familiegroep schijnt Daniel Wybo te zijn. Hij wachtte tot na het vertrek van Andreas naar Brussel om de aanklacht in te dienen. Als dusdanig heeft dit geschil maar weinig belang. Het toont wel aan dat familieproblemen van alle tijden zijn. Tevens legt het ook enkele karaktertrekken van Andreas bloot: alhoewel hij veraf woont, volgt hij de zaak van nabij. Verder getuigt hij van veel genegenheid tegenover zijn neef Philip die hij als zijn zoon beschouwt en beschermt. Ondanks zijn ouderdom beroept hij zich nog altijd op zijn geheugen; van de juristen eist hij spoed. Tegenover zijn tegenstanders is hij meedogenloos: hij noemt ze de “vijanden van zijn neef”. Hij blijft in nauw contact met oude vrienden en familieleden die hem steunen, zoals Philip Rycx, vaak genoemd “Mynheer ende Cosyn”, die procureur is en voor Philip werkt. Hij is ook de raadgever. We ontmoeten ook weer De Brouwer die in alle gevallen geraadpleegd moet worden. Op juridisch gebied blijkt Andreas geen onwetend man te zijn; hij beschouwt een testament als “een zinloos middel dat als enig doel heeft Philip bang te maken”, hij kent de gebruiken die in Vlaanderen van toepassing zijnen citeert Latijnse juridische regels. De briefwisseling uit deze periode getuigt ook van zijn minachting tegenover vrouwenwerk. Zo vinden wij het volgende verwijt tegenover Philips zusters: terwijl Philip het fortuin van de familie op een eerbiedwaardige wijze herstelt en er als een soort held uitkomt, waren de enige bezigheden van zijn zusters, als vrouwen, “naaien en thuis blijven werken en zo hebben ze niet meer verdiend dan hun eigen kleren en wat ze gebruiken”"
Bron: Jacques van Wijnendaele. De familie Lanszweert en de stad Oostende. Oostende (Oostendse Historische Publicaties, 17), 2008, blz. 44 e.v.
Verwerving
Schenking 2008/32 - Jacques van Wijnendaele
Raadpleging en gebruik
Voorwaarden voor raadpleging
openbaar
Voorwaarden voor reproductie
onbeperkt
Beschrijvingsbeheer
Verantwoording
Claudia Vermaut
Datering van de beschrijvingen
12/01/2009