Institutionele geschiedenis / biografie
De eenheid (toen nog troep genoemd) werd officieel opgericht op 4 januari 1914 als onderdeel. van de 1 ste BSB (Boyscouts van België) troep landscouts (later 15de BSB) die een jaar eerder was opgericht.
Tussen januari 1914 en het uitbreken van de eerste wereldoorlog in augustus 1914 bestonden de sea-scouts uit één of twee kwartieren (ca. 10-20 personen). Uit deze periode is tot op heden enkel een foto bekend van de oprichtingsceremonie en een aantal persartikels - geen verder archiefmateriaal.
Tijdens WO I werd de werking stopgezet gezien veel leden ingezet werden aan het IJzerfront. Na de oorlog ging wel de landscoutstroep 15de BSB terug van start, maar er waren toen geen sea-scouts meer.
Pas in 1929 werd opnieuw vanuit de 15de BSB een sea-scoutstroep opgericht. Hoewel deze troep erkend werd als 106de BSB troep, werd zij ook bekend als 2de SSB troep (Sea-Scouts van België), na de 1 ste SSB troep Antwerpen. De Oostendse sea-scouts bestonden toen uit twee tot drie kwarteren (15-25 personen). Ook van de periode tussen de twee wereldoorlogen is geen echt archiefmateriaal bekend. De informatie hierover komt uit mondelinge getuigenissen neergeschreven tussen 1995 en 2004 en uit persartikels (zie deel mondelinge getuigenissen 1919-1982). Ook een aantal fotos zijn bewaard gebleven.
Ondanks de oorlogsomstandigheden bleven de sea-scouts actief in de periode 1940-1945. Vele scouts waren actief in het verzet. Na de bevrijding, eind 1944, bloeide de 2de eenheid sea-scouts terug op. Uit deze periode stammen de eerste bewaarde archiefstukken in het deel "2de SSB diverse vóór 1965". De 2de eenheid kende een bloeiperiode in de jaren 50. In het deel "2de SSB diverse vóór 1965" zijn hiervan verschillende stukken bewaard. Ook mondelinge getuigenissen uit deze periode zijn beschikbaar in het deel "mondelinge getuigenissen (1919-1982)."
In de jaren 60 verging het eenheid een stuk moeilijker. In januari 1965 splitst de eenheid zich op in een 2de eenheid SSB die zich lieerde met een autonome SSB federatie en een 2de eenheid FOS die bij de BSB (een jaar later omgedoopt tot FOS/FEE) bleef.
Een systematisch archief van de 2de SSB eenheid na 1965 bestaat niet - wel zijn stukken bewaard van de activiteiten in het deel "2de SSB diverse 1965-1982". Er is ook regelmatig informatie te vinden over de 2de SSB eenheid Oostende in het algemene SSB tijdschrift Nautilus (deel SSB tijdschrift 1968-1980). In 1982 hield de 2de eenheid SSB op met bestaan.
Vanaf 1966 is een systematisch archief bijgehouden van de 2de eenheid FOS (deel "2de FOS administratie 1966-1999"). De eerste jaren is dit archief echter nog fragmentarisch. Voor de periode tussen 1982 tot 1995 is het zeer volledig omdat alle correspondentie en verslagen systematisch en in chronologische volgorde werden bijgehouden. Vanaf 1995 tot 1999 wordt het archief minder systematisch bijgehouden. Veel informatie uit de periode 1988 - 2005 is ook te halen uit het eenheidstijdschrift Westhinder (deel "2de FOS tijdschrift Westhinder 1970-2005").
Bij overdracht aan het Stadsarchief in 2009 omvat het archief van de 2de eenheid 9 delen, met documenten aangaande gebeurtenissen van 1919 tot 2000 (uitgezonderd het archief van het tijdschrift Westhinder dat tot 2005 loopt).
Geschiedenis van het archief
Dit archiefbestand werd geordend, geïnventariseerd en geschonken door Evert de Pauw, sea-scoutsleider. In 1973 sloot de Pauw ("Nuchtere Dolfijn") zich aan bij de sea-scouts in Oostende en doorliep het hele curriculum tot hij in 1982 in de leiding stapte. Gedurende enkele jaren was hij adjunct-vlootcommissaris bij de Federatie voor Open Scouting en van 1990 tot 1995 stond hij aan het hoofd van de sea-scouts in Oostende. Tegenwoordig maakt hij nog deel uit van het steuncomité van de sea-scouts, maar varen doet hij nu alleen nog met het gezin in een eigen zeiljachtje. In 2004 publiceerde hij de geschiedenis van de sea-scouts in de reeks Oostendse Historische Publicaties: Evert DE PAUW. Be prepared. De merkwaardige geschiedenis van de sea-scouts in Oostende. Oostende (Oostendse Historische Publicaties 12), 2004.
Het archief is na de schenking herverpakt in zuurvrije mappen en dozen. Bovendien werden er per archiefbestanddeel unieke archiefcodes toegekend.
In het bestand zitten een aantal tijdschriftenreeksen, brochures, cursussen en persartikels (uitgegeven bronnen). Omwille van de unieke samenhang met het kernarchief van de vereniging, is ervoor geopteerd om de beschrijvingen van deze stukken eveneens in de inventaris van het archief op te nemen.