04. Musée Stracké

Tussen 1897 en 1903 investeerde Auguste in een complex in de duinen van Mariakerke, ongeveer 250 meter ten westen van de Dorpsstraat. In 1897 verrees er het één verdieping hoge natuurhistorische museum. Drie dagen voor het museum voor het publiek open ging, vereerde Leopold II het met een bezoek. Geleidelijk werd het uitgebreid met een park, serres en een kiosk. In 1901 kwamen er aan de dijk twee paviljoentjes bij en in 1903 een pronkerige villa, vooraan tegen het museum gebouwd. Het westelijk paviljoentje was een schuilhuisje voor tramreizigers, het oostelijke werd ingericht als lazaret. Auguste Stracké was namelijk een bijzonder actief lid van het Rode Kruis en droeg het lazaret in 1904 plechtig aan de vereniging over.







Het museum zelf herbergde een bijzonder bonte verzameling met onder andere tal van Congolese voorwerpen en opgezette dieren. Gedurende 17 jaar werd de collectie regelmatig uitgebreid. In een brochure beschrijft Stracké het als volgt: “Le Musée Stracké, à quelques minutes d’Ostende en tramway électrique, contient de nombreuses collections remarquables au point de vue de l’histoire naturelle et de l’expansion congolaise. Le Musée est ouvert de 9 à 12 et de 2 à 6 heures, entrée libre.” (Souvenir d’Ostende et des Etablissements Stracké, s.d.).









Het museum werd het zoveelste slachtoffer van de Eerste Wereldoorlog. Net als de toren van het Duinenkerkje was het een baken voor de Engelse vloot en moest het verdwijnen. Terwijl de kerktoren later heropgebouwd werd, werd het museum met de grond gelijk gemaakt. Op 3 november 1914 mocht Auguste zijn verzameling weghalen en op 18 november begon de Duitse bezetter met de sloop. Op de plaats van het museum kwam een kanon van de batterij Cecilia. De collectie van het museum werd enkele jaren opgeslagen in het Hôtel d’Allemagne en in 1919 overgedragen aan het Onze-Lieve-Vrouwecollege.

Klik hier om verder te lezen