Princesse Clementine (1981-1997)
registratienummer
Werfnummer 20 [T3]type
Jetfoil [T3]bouwjaar
scheepswerf
Boeing Jetfoil, Seattle, Washington, USA [T3]voor de eerste keer in de vaart genomen sinds
1981 [T3]onder deze benaming in de vaart genomen van / tot
1981-1997 [T3]vorige benaming(en)
volgende benaming(en)
- 1999, mei: Adler Blizzard / Alderney Blizzard? [T3]
- 1999, juli: Seajet Kara [T3]
- 2002, 17 oktober: Seven Island Yumi [T3]
uit de vaart genomen sinds
reden
tonnenmaat
afmetingen
L o.a. romp: 27m40 [T3]L o.a. vleugels op: 30m80 [T3]
B: 9m20 [T3]
Diepgang op de romp, vleugels op: 1m90 [T3]
Diepgang op de romp, vleugels neer: 5m40 [T3]
Diepgang vliegend: 1m40 tot 2m00 [T3]
capaciteit
278 passagiers - bagagecontainer - 2 passagiersdekken [T3]Voortstuwing: 2 gasturbines Allison type 501-KP van 2.384 kw elk [T3]
Kruissnelheid: 42 knopen [T3]
reder(s)
kapitein(s)
schipper(s)
bemanning
8 [T3]bestemming(en)
logboek
- 1981: geleverd aan R.M.T., Oostende. Vervolgens geladen aan boord van vrachtschip met bestemming Zeebrugge. [T3]
- 1981, 7 mei: afvaart Zeebrugge met als bestemming Oostende. [T3]
- 1981, 31 mei: maidentrip Oostende-Dover. [T3]
- 1981, 14 augustus: aanvaring met MIS Buenos Aires. [T3]
- 1994, 12 april: vaart tussen Oostende en Ramsgate. [T3]
- 1997, 28 februari: R.M.T. failliet. [T3]
- 1998, 10 juli: verkocht aan Adler Blizzard Gmbh & Kg, Hamburg. [T3]
- 1999, 12 juni: geladen op vrachtschip Thor Simba met als bestemming Florida, USA. [T3]
- 1999, juli: omgedoopt tot Seajet Kara. [T3]
- 2001, oktober: verkocht aan Tokai Kisen, Tokyo, Japan. [T3]
- 2002, 1 april: vaart tussen Tokyo-Oshihama-Toshihama-Skikinejama-Kozushima. [T3]
- 2002, 14 oktober: omgedoopt tot Seven Island Yumi. [T3]