Steenbakkersstraat

auteur: Gerard Vandamme

De Steenbakkersstraat, de vroegere Mariakerkse Ooststraat, werd aangelegd rond 1890. Op de hoek met de Nieuwpoortsesteenweg stond een huis, dat het jaartal 1892 op de gevel droeg. Het was aanvankelijk een kleine herberg, later een winkeltje (nu is daar een kapsalon).
De straat liep aanvankelijk niet verder zuidwaarts dan de Sint-Catharinakreek (ongeveer huidige Timmermanstraat-Schilderstraat).
De straat was bebouwd met meestal lage armoedige arbeidershuisjes. De beruchte ‘Garre’ van de Steenbakkersstraat, lag op de plaats van de huidige ’Sportpit’ van het Sint- Ludgardisinstituut. Daar stond een rij huisjes met een gelijkvloers, een halve verdieping onder het dak en een woonkelder

In het midden van de rij was een overdekte opening die toegang gaf naar een met kinderkoppen geplaveide, laagliggende binnenkoer, waar ook nog een aantal dergelijke huisjes stonden. Hierin huisde men in soms ellendige omstandigheden. Niet zelden liep de binnenkoer, bij langdurige regen, tot bijna kniehoogte onder water.
Die toestand bleef bestaan tot enkele jaren na de tweede wereldoorlog!

Het deel van de straat vanaf de Timmermanstraat-Schildersstraat werd rond 1900 verlengd naar de Torhoutsesteenweg. De “Zusters van St Jozef” uit Brugge kochten er in 1903 een perceel landbouwgrond aan de zuidkant van de kreek. Hierop werden een klooster en schoolgebouw opgericht. De school opende reeds in 1903 en was de eerste school op het Westerkwartier. Enkele lokalen ervan dienden zestien jaar lang (1908-1924) als voorlopige kerkruimte voor de in 1908 gestichte H. Hartparochie. De bouw van de kerk, gestart begin 1914, was maar in 1927 volledig afgewerkt.
De bouw en de aanwezigheid van de school stimuleerde de betere woningbouw in het zuidelijke deel van de straat.
In 1912 stonden in de Steenbakkerstraat 67 huizen, bewoond door 144 gezinnen, in totaal 666 personen, onder wie 291 kinderen beneden de 12 jaar.
Eventjes stof tot nadenken.

Uitgraven van klei

Het uitgraven van klei, als grondstof voor de tegel –en steenbakkerij, is in onze streek een eeuwenoud bedrijf!
In de ’Ommelooper van ’s Heer Woutermans ambacht’ uit 1559 vindt men hierover beschrijvingen van grondpercelen zoals: ‘teghelriestickxken’, ‘uitgheteghelt stick’, ‘neder uitgheteghelt’,’een uitghepittede stickxkin, ‘ghegeeten teghelriestickxkin’, enz.
Allemaal verwijzingen naar laagliggende afgegraven gronden.
Tussen 1584 (onderwaterzetting omstreeks het beleg van Oostende) en 1745 (indijking van de Sint- Catharinapolder) werd door de zee een kleilaag van gemiddeld één meter dikte afgezet. Vanaf de 18de eeuw werd reeds klei ontgonnen. Rond de 19de eeuw kende de kleiwinning en de steenbakkerij een grote opgang. De stadsuitbreiding, en de grote bouwbedrijvigheid in Oostende, deed de vraag naar baksteen stijgen.
De omgeving van de Sint-Catharinakreek die eertijds veel breder en dieper was, werd zodanig afgegraven, dat de gronden er plaatselijk tot twee meter onder het huidig straatpeil kwamen te liggen. Veel oudere huizen in het Westerkwartier werden dan ook gebouwd met woonkelderverdiepingen. De straten in de wijk moesten aanzienlijk opgehoogd worden tot het peil van de reeds vroeger bestaande wegen: Stuiverstraat (1750), Torhoutsesteenweg (1765), Nieuwpoortsesteenweg(1823). Over het bestaan van steenbakkerijen op het Westerkwartier is weinig of niets bekend, steenbakkerijen uit de omgeving kwamen er wel klei graven. Aan de vage vermelding dat de Mariakerkenaar Eduard Tournoy rond 1900 een steenbakkerij bezat, gelegen tussen de Plakkersstraat en de Steenbakkersstraat, is wellicht de naam Steenbakkersstraat te danken.

tekst met toestemming overgenomen uit "De 3 Gapers". Buurtgazet Westerkwartier.