Petit Joseph (1879-1964)

° Eine (Oudenaarde); 27 juli 1879 - † Oostende, 25 maart 1964

beroep

organist, componist

loopbaan

Studeerde aanvankelijk orgel in Oudenaarde, trok in 1896 naar het Lemmensinstituut in Mechelen en werd er laureaat in 1901. Vermoedelijk vestigde hij zich in 1901 in Oostende waar hij tot organist benoemd was aan de Sint-Jozefskerk. Samen met Léandre Vilain, Sèvre en Léon Jadin speelde hij er in dat jaar het nieuwe orgel in. In die functie kon hij rekenen op de medewerking van tal van zangers. Als aandeelhouder van de Cinéma Moderne speelde hij vaak piano tijdens filmvertoningen. Diverse malen vormde hij daarbij een duo met de violist Foscolo. Dat en andere moeilijkheden van privé-aard leken op den duur onverenigbaar met de uitoefening van zijn ambt : in 1924 verweet de kerkraad hem ernstige nalatigheden bij zijn ambtsvervulling. Op 01 januari 1929 diende hij uiteindelijk zelf zijn ontslag in.
In het Oostendse Kursaal soleerde hij in mei en juni 1903 geregeld in het Kursaal en bracht er o.m. werk van Händel, Gounod en een eigen “Marche solennelle”. Hij trad er in 1904 op tijdens de “matinées musicales” en vergezelde in 1905 het Kursaalorkest tijdens zijn concerttournee in Engeland; daar nam hij de orgelpartij in C. Saint-Saëns’ Derde Symfonie voor zijn rekening. Naast werk voor orgel componeerde Petit ook voor piano.

bibliografie

Casier, A., Het muziekleven in het Kursaal te Oostende tussen 1852 en 1914, onuitg, lic. Verh., KUL, Leuven, 1984, p. 141, 146, 349, 361, 369;
Houwen, R. e.a., God blijft glimlachen - 100 Jaar Sint-Jozefsparochie Oostende, Oostende, 1989, p. 28, 40.
Lexicon van de muziek in West-Vlaanderen, Brugge, 6, Brugge 2005.