Dubuisson Cyriel (1883-1936)

° Oostende, 8 november 1883 - † Blankenberge, 11 november 1936

beroep

klarinettist, leraar, dirigent, componist

loopbaan

Werd in 1899 laureaat klarinet aan de Stedelijke Muziekacademie van zijn geboortestad waar hij ook harmonie studeerde bij directeur L. Rinskopf. Daarna kwam hij in contact met G. Jooris, die hem voorbereidde tot het hoger muziekonderwijs. Zo trok hij naar het Conservatoire Royal de Bruxelles en behaalde er in 1901 een eerste accessief notenleer en een tweede prijs klarinet (D. Hannon), en in 1902 een eerste prijs muzieklezen. Van 1906 tot 1914 was hij solist-klarinettist bij het Kursaalorkest in Oostende en trad er geregeld op in kamermuziekverband. Hij verleende ook zijn medewerking aan het Casino-orkest in Blankenberge en trad op in Duitsland. Daarstudeerde hij contrapunt met L. Thuille en fuga met C. Kistler. Hij vertoefde ook drie jaar in Zürich waar hij speelde onder gereputeerde dirigenten. Zo had hij ook de kans om regelmatig in Zwitserland te dirigeren. Van 1910 tot 1918 was hij leraar notenleer en klarinet aan de Stedelijke Muziekacademie te Oostende. Na de Eerste Wereldoorlog werd hij als klarinettist aangeworven bij de Franse Opera in Antwerpen. Later kwam hij terug naar Blankenberge waar hij leraar muzikale opvoeding werd aan de Rijksmiddelbare school. Hij legde er ook de basis van een muziekpedagogische instelling.
Dubuisson componeerde liederen op teksten van F. de Cort, W. Gijssels, F. Timmermans e.a.; het muziekdrama “Duinroosje”; de cantates “Het Badseizoen”, “Oorlogsklokken”, “Kerstlied” en instrumentaal werk als het symfonisch poëma “Natuurindrukken”.

bibliografie

Lambrechts, L., ‘Cyriel Dubuisson’, in Muziek-Warande, jg. 5, nr. 3, Brussel, 1926, p. 49-52;
Dehennin, W., ‘Dubuisson, Cyriel’, in Algemene Muziekencyclopedie, dl. 2, Antwerpen-Amsterdam, 1958, p. 364;
Casier, A., Het muziekleven in het Kursaal te Oostende tussen 1852 en 1914, onuitg, lic. Verh., KUL, Leuven, 1984, p. 68, 350.
Lexicon van de muziek in West-Vlaanderen, Brugge, 5, Brugge 2004.