Berden Joseph-François (1916-1987)

° Oostende, 02 februari 1916 - † 16 november 1987

beroep

- organist
- componist
- directeur Stedelijk Conserservatorium Oostende

loopbaan

Ontving zijn eerste onderricht van zijn grootvader A. Verschelde, die tot 1930 organist was aan de Kapucijnenkerk in Oostende. Daarna ging hij studeren aan het Lemmensinstituut in Mechelen en behaalde er in 1936 o.l.v. F. Peeters de prijs van uitmuntend- heid. Hij zette zijn studies voort aan het Conservatoire Royal de Bruxelles, waar hij voor orgel in de klas van P. de Maleingreau in 1938 een eerste prijs behaalde en bij Absil in 1943 een eerste prijs fuga. Nog tijdens zijn Brusselse studieperiode creëerde Berden van J. Jongen het “Toccata”. Van 1928 tot 1981 was hij als organist verbonden aan de Oostendse Sint-Jozefskerk in opvolging van de zieke Maxime Vanneste.. Tevens was hij van 1930 tot 1945 organist-zanger aan de Kapucijnen-kerk. In 1935 werd hij vervanger van L. Vilain in het Kursaal. Hij stond bekend als improvisator en speelde regelmatig ook in orkestjes van ontspanningsmuziek. Tussen 1947 en 1954 speelde hij 143 recitals met een repertoire van 633 titels en selecties op het grote Delmotte-orgel van het toenmalige Nationaal Instituut voor de Radio; Aan het Stedelijk Conservatorium van Oostende werd hij in 1937 leraar harmonie, en in 1947 leraar notenleer en begeleider. Later werd hij er directeur van, eerst ad interim (1976-1977) en vanaf 1979 tot aan zijn oppensioenstelling in 1981 als vast benoemd. Als componist tekende hij o.m. voor een “Capriccio Belgica”. Hij trad o.m. op in Gent, Manchester, Liverpool, Salford, Parijs en Versailles.

bibliografie

• Lannoo, L. - D’Hooghe, K., West-Vlaamse Orgelklanken, Brugge, 1997, p. 123;
• Vanpé, R. e.a., Het Conservatorium van Oostende - 150 jaar openbaar onderwijs in muziek en woord (1849-1999), Oostende, 1999, p. 80;
• J.F. Berden, in : Muziek en Woord, mei 1999. Lexicon van de muziek in West-Vlaanderen, Brugge, 6, Brugge 2005.
• Koen Verwaerde.  'Servus servorum Dei' of de dienaar der dienaren Gods genaamd Berden - De Plate, (2007), blz. 209-241.