Hanniken Joseph (1912-1998)

° Wierde, 28 mei 1912 – † Oostende, 09 augustus 1998

beroep

kapelmeester, componist, uitgever.

loopbaan

Speelde bugel in de fanfare te Ans en werd militair muzikant. Als bastubaspeler aanvaard in het 9e Linie te Brussel studeerde hij ondertussen aan de Gemeentelijke Muziekacademie te Anderlecht trompet (N. Nicolai) en harmonie en contrapunt (F. de Bourguignon). Aan het Conservatoire Royal de Bruxelles behaalde hij een eerste prijs voor contrapunt (1941, M. Poot) en fuga (1942, J. Absil). Daarna hervatte hij zijn dienst en wel bij het 11e Linie (1946) en werd onderkapel- meester bij de 5e Brigade (1946) en het 1e Gidsen (1949). Nog in 1949 werd hij onderluitenant-kapelmeester bij de Muziekkapel van de Zeemacht (Oostende). Hij ging als kapitein met pensioen in 1963. Daarnaast dirigeerde hij de Fanfare Sinte-Cecilia van Leffinge en de Kon. Harmonie Ypriana van Ieper (1953-1963). Hij was voorzitter van het Muziekverbond West-Vlaanderen (1955-1961). Ook als componist was H. actief. Voor blaasorkest schreef hij o.m. de symfonische gedichten Vuurbol (1950) en De Ouwe Kapitän (1955), Scaldiana : de Schelde, levensader en Suite enfantine, in 1952 bekroond met de tweede prijs in een wedstrijd ingericht door de stad Luik i.s.m. Studio Liège. Voor symfonieorkest componeerde hij zijn Tweede Suite, vierde prijs in een SABAM-wedstrijd, en een Symfonie in drie bewegingen (1953), waarmee hij in 1957 de provinciale prijs instrumentale compositie van West-Vlaanderen won. Verder bestaat zijn oeuvre uit kamermuziek, pianomuziek, liederen en marsen.

bibliografie

- Janssens, H., ‘Hanniken, Joseph-Octave-Ghislain’ in Algemene Muziekencyclopedie, dl. 3, Antwerpen-Amsterdam, 1959, p. 260;
- De Schrijver, K., Jos Hanniken, Berchem-Antwerpen, 1966.
- Pieters, F., Van trompetsignaal tot muziekkapel, Kortrijk, 1981, p. 225-226.
- Lexicon van de muziek in West-Vlaanderen, Brugge,1, Brugge 2000.