Vandamme Gustaaf (1870-1938)
° Gent, 19 augustus 1870- † 1938
- moeder: De Keuckeleire Josephine
Hij ontving er een opleiding, geschoeid op eclectisch-academische leest. In deze tot ideaal verheven eclectische stijl zou Vandamme later zijn stoutste plannen tekenen. Hij was inderdaad een overtuigd academisch werkende architect. In 1894 behaalde hij er zijn architectendiploma en een eerste prijs.
In 1895 trad de talentrijke bouwmeester in dienst van de stad Oostende. Als tekenaar architect werkte hij met mensen als Raoux, Clement en Van Hille onder de leiding van Ingenieur Verraert.
Op 7 maart 1899 werd Gustaaf Vandamme definitief als “Dessinateur 1e Classe” benoemd door de Gemeenteraad.
In 1900 werd de dertigjarige architect, met zekere faam nu, aangesteld als lid van de Kon. Commissie voor Monumenten te Brussel.
In 1900 stelde hij zich ook kandidaat voor het ambt van Professor lineair tekenen aan de École Industrielle te Oostende ter opvolging van Ch Dewulf. Ook A. Hubert had zijn kandidatuur gesteld. Tijdens een geheime zitting stemde de Gemeenteraad voor Vandamme die 9 stemmen kreeg bij 8 voor Hubert. Op 6 maart 1900 werd hij voorlopig benoemd. Heel wat gekende Oostendse ambachtslieden hebben aldus van Vandamme les in industrieël tekenen gekregen.
plannen en realisaties (oeuvre)
De Oostendse loopbaan van Gentenaar Vandamme was ongemeen rijk en boeiend. Zijn plannen (zowel deze die uitgevoerd werden als deze die in de la bleven steken) waren bijzonder tekenen voor de smaak van die tijd.
- Oostende: overdekte vleesmarkt met de 4 winkelblokken en het sierlijk torentje waarvoor Karel De Kesel een osse-, een kalfs- en een varkenskop sculpteerde. De plannen werden op 25 maart 1902 door de Gemeenteraad goedgekeurd en de werken werden toegewezen aan aannemer Sanders; In 1903 al kwam het complex – “Le ventre d’Ostende” als het ware- klaar. Deze Vleesmarkt bevond zich op de gronden van het huidige Mijnplein en verdween kort na de Tweede Wereldoorlog. In de dertiger jaren moet het er al een vuile, verveloze en verwaarloosde toestand.
- Oostende: politiebureau van de hazegraswijk (gesloopt vroege jaren 1950) Het was op 8 november 1904 dat de Gemeenteraad zijn fiat gaf voor de uitvoering van Vandammes plan. De bouw geschiedde het volgend jaar.Drie dakvensters met getrapte geveltjes bekroonden de 7 traveeënbrede voorgevel die gelijkvloers en 1ste verdieping had. Ze waren, net als het dakvenster op de schuin geplaatste travee aan de Z-hoek van het gebouw uitgevoerd in rode en gele baksteen en in witte steen. Aan de eerste verdieping van die schuine travee was een trapeziumvormig balkon met een borstwering in gesculpteerde witte steen. Op de drie zijden waren zich spiegelende sirenes voorgesteld. Het waren beeldhouwwerken van De Kesel; Onder de dakkapel prijkte het opschrift “De Drie Meerminnen”. De gevel aan de ZO-zijde telde twee traveeën en werd bekroond door een grote trapgevel. Het schuin afgesneden hoekdeel aan de zijde der Handelsdokken was een soort naar boven toe breder wordende loggia. Aan de vensters waren ballustrades in Euvillesteen. De onderbouw van die loggia bestond o.m. uit een blauwstenen basreliëf dat twee zeemonsters voorstelde. Deze deden dienst als cariatiden. Uit hun muilen spoot water in een bekken Deze sculptuur was ook een werk van De Kesel; Dat hoekdeel droeg een torentje in drie geledingen: onderaan een afgeknot pyramidaal gedeelte waaruit een recht octogenaal middenstuk oprees. Op zijn beurt droeg dit een grote spitstoren en 4 kleinere hoektorentjes. Op de koperen spits was een vergulde windroos bevestigd. Deze was als een zeemeermin uitgewerkt.
- Oostende: het neogotische dekanale huis (hoek Sint-Petrus en –Paulusplein-Sint-Jorisstraat): hier combineerde hij weer gebruik van rode baksteen en blauwsteen.
- Naast zijn activiteiten op bouwkundig gebied knapte Vandamme voor de Stad Oostende verder allerhande tekenkundige klusjes op: zo ontwierp hij de obligaties van 100 F. voor de “Leening van 25.172.500 Franc” in 1898 uitgeschreven door de stad. De decoratieve motieven lagen voor de hand: bovenaan een gezicht op de Zeedijk, links de Sint-Petrus en- Pauluskerk (reeds als voltooid weergegeven!), rechts een gezicht op het Wapenplein en onderaan een gerangeerd panorama der haveninstallaties. Middenin kwam de tekst.
Het Noodgeld te Oostende uitgegeven tijdens de Eerste Wereldoorlog werd eveneens door Gustaaf Vandamme ontworpen.
- 1906. Voor de bouw van het Vredespaleis te Den Haag werd naar de gewoonte van de tijd een openbare wedstrijd uitgeschreven, in casu door het Carnegie Fonds.
- 1908. Ontwerp heraanleg Marie-Joséplein, na des loop van de oude Schouwburg. Aan de oostzijde van het plein, tussen de Adolf Buylstraat en de Sint-Sebastiaanstraat voorzag hij de constructie van een Justitiepaleis ter vervanging van het ellendig gebouw aan de Witte-Nonnenstraat. Het moest een somptueus neo-klassiek paleis worden met een tempelportiek als voorgevel: een door zuilen geschraagd driehoeksfronton bekroond met een drietal Justitia-allegoriën en het opschrift “Lex”. Verder in de H. Serruyslaan, tussen de Sint-Sebastiaanstraat en de Witte Nonnenstraat, moest dan Oostende’s Thermenpaleis verrijzen, al in een even exuberante stijl. Vandamme had dit goed bekeken: wat een heerlijk perspectief ware het niet geweest van het Marie-Joséplein naar het zuiden toe: eerst de strenge vormen vanhet Justitiepaleis, dan de Thermen in een uitbundige bouwstijl en in de verte het Italiaans aandoende Postgebouw! Op het Marie-Joséplein zelf zag Vandamme al een Congo-monument staan. Later zou August Beernaert er terecht komen. En waar een eenzaam “Dikke Mathille” nu op haar betoneilandje ligt te mediteren, wou hij een monumentaal hydraulisch kunstwerk bouwen, bestaande uit cascades en geïllumineerde fonteinen. Deze hadden het perspectief Kursaal-Leopold II laan, meer dan het latere bloemenhorloge een feeërieke afsluiting bezorgd. Vandamme aarzelde niet dit urbanisatieplan aan Leopold II voor te leggen. Nog in september 1908 ontving hij van het Paleis een beleefd schrijven in verband met zijn plannen. In april 1909 pakte Vandamme nog eens uit met dat plan tijdens het Tweede Salon der Oostendse Schilders in het Kursaal. Vier jaar later al, in 1912, kwam Vandamme met een ander Thermenplan voor de dag. De opzet verschilde merkelijk van zijn ideeën uit 1908. Hij had een grondige studie gemaakt van antieke thermae, als die van Titus, Caracalla en Diocletianus. Dat was niet zonder invloed Gebleven op zijn nieuwe visie. Nu situeerde Vandamme het Thermencomplex in het Leopoldpark, met de hoofdas in het verlengde van de as Kursaal – Leopold II laan.
- Eind 1912 kwamen andere Vandamme-plannen: deze waarin hij aan het Derde Handelsdok een nieuwe bestemming zocht te geven: hij voorzag een rechte laan die zou vertrekken op het punt waar nu Vindictivelaan en Alfons Pieterslaan samen komen, en die naar het Maria-Hendrikapark moest leiden. Rechts van die laan, op het gevulde 3de Dok, zou een halfrond park met cascades komen, en daarbij aansluitend, twee door een monumentale arcade met elkaar verbonden woonblokken die eveneens halfrond, parallel met het park, moesten verlopen. De holle zijde moest uitkijken op het parkje en de dokken. Ook hier had Vandamme steeds de gedachte aan enkele indrukwekkende perspectieven voor ogen.
Gustaaf Vandamme was niet alleen bedrijvig als stadsarchitect: hij tekende ook plannen voor een aantal privé woningen en wel in de meest uiteenlopende stijlen. We sommen ze hier even op:
- Oostende: Kerkstraat 34 (nu deels verbouwd); in een sober gehouwen “style esthétique”. Gevel in witte emailsteentjes afgewisseld met friezen groene steentjes. Deze witte/groene steentjes vinden we terug aan de ontlastingsbogen van de vensters op de 2de verdieping. Blauwsteen werd gebruikt voor de plint, aan het balkon en op de “sterke punten” aan de vensterstijlen. De overgang van de 5 kleine vensters der bovenverdieping naar de kroonlijst kreeg een vlotte oplossing.
- Oostende: Ooststraat 33 (verdwenen; niet het gebouw dat in 2004 gesloopt werd want dat kwam al in de plaats van Vandamme’s huis). Het huis van fotograaf Asaert; Het had een gebogen loggia en een segmentfronton.
- Oostende: hoek Prins Boudewijnstraat-Kaaistraat “Residence Hotel” (gesloopt in de zestiger jaren). Het was een van Vandammes gelukkigste inspiraties, en oogde mooi naast de monumentale hoofdkerk. Het was een gebouw op trapeziumvormig grondplan, drie hoog met een open loggia bovenaan. Deze was overdekt met een rondboog en geflankeerd door twee belvedere-torentjes. Op de rondboog rustte een trapgeveltje. Het geheel in rode baksteen, was van een bijzonder warm en uitnodigend effect. De aanpalende huizen harmoniëerden wonderwel met het “Residence Hotel”.
- Oostende: Kaaistraat 59: bakstenen huis, dat in de muurankers de datering 1909 draagt. De bouwstijl is tweeslachtig: de opzet doet Gotisch aan, maar het huis heeft renaissancistische details.
- Oostende: Alfons Pieterslaan: het winkelpand van kleermaker Ghaye;
- Oostende: Koninginnelaan 70 voor notaris Lingier (gesloopt).
- Oostende: Prinses Stefanieplein voor aannemer Lootens (gesloopt)
- Oostende: huis van aannemer Sanders (laatst burelen en consultaties van de Bond-Moyson) (gesloopt) Het trappenhuis alleen al was een bezichtswaardigheid dat hier zijn gelijke niet kende in de privéwoningen.
- Oostende: Christinastraat 73 (voorheen “Musica”, “Reclamestudio Geuvels")
eretekens
In 1895 won Vandamme de “Grote Prijs van België” der Buitengewone Architectuurwedstrijd uitgeschreven door de Kon. Maatschappij der Bouwmeesters van Antwerpen met zijn ontwerp voor een Kon. Muziekconservatorium in Antwerpen te bouwen. Interessant detail: net als voor de Rome-prijzen werden de kandidaten voor de duur van de wedstrijd van de buitenwereld afgezonderd. Vandammes ontwerpen (voor- en zijgevels, doorsnee, platte gronden…) werden destijds afgedrukt in de vaktijdschriften. We zien een ongemeen briljant ontwerp, waardig exponent van de onvolprezen “Tweede Eclectische Periode” Vandamme voorzag een enorme veellobbige koepelconstructie als bekroning van dit complex met de vele klaslokalen. Het bevatte ook een middelgrote concertzaal met toneeltoren boven het podium. Voor de definitieve bouw koos men in Antwerpen uiteindelijk andere plannen.
bibliografie
- Norbert HOSTYN. Architectuur en urbanisatie in Oostende tijdens belle époque. Oostende (onuitgegeven manuscript), 2006.
- Norbert HOSTYN. Architectuur en urbanisatie in Oostende tijdens het interbellum. Oostende (onuitgegeven manuscript), 2006.
persoonlijke gegevens
- vader: Vandamme Edouard (aannemer van schrijnwerken)- moeder: De Keuckeleire Josephine
studies
architect Koninlijke Academie GentHij ontving er een opleiding, geschoeid op eclectisch-academische leest. In deze tot ideaal verheven eclectische stijl zou Vandamme later zijn stoutste plannen tekenen. Hij was inderdaad een overtuigd academisch werkende architect. In 1894 behaalde hij er zijn architectendiploma en een eerste prijs.
beroep
architectIn 1895 trad de talentrijke bouwmeester in dienst van de stad Oostende. Als tekenaar architect werkte hij met mensen als Raoux, Clement en Van Hille onder de leiding van Ingenieur Verraert.
Op 7 maart 1899 werd Gustaaf Vandamme definitief als “Dessinateur 1e Classe” benoemd door de Gemeenteraad.
In 1900 werd de dertigjarige architect, met zekere faam nu, aangesteld als lid van de Kon. Commissie voor Monumenten te Brussel.
In 1900 stelde hij zich ook kandidaat voor het ambt van Professor lineair tekenen aan de École Industrielle te Oostende ter opvolging van Ch Dewulf. Ook A. Hubert had zijn kandidatuur gesteld. Tijdens een geheime zitting stemde de Gemeenteraad voor Vandamme die 9 stemmen kreeg bij 8 voor Hubert. Op 6 maart 1900 werd hij voorlopig benoemd. Heel wat gekende Oostendse ambachtslieden hebben aldus van Vandamme les in industrieël tekenen gekregen.
plannen en realisaties (oeuvre)
De Oostendse loopbaan van Gentenaar Vandamme was ongemeen rijk en boeiend. Zijn plannen (zowel deze die uitgevoerd werden als deze die in de la bleven steken) waren bijzonder tekenen voor de smaak van die tijd. - Oostende: overdekte vleesmarkt met de 4 winkelblokken en het sierlijk torentje waarvoor Karel De Kesel een osse-, een kalfs- en een varkenskop sculpteerde. De plannen werden op 25 maart 1902 door de Gemeenteraad goedgekeurd en de werken werden toegewezen aan aannemer Sanders; In 1903 al kwam het complex – “Le ventre d’Ostende” als het ware- klaar. Deze Vleesmarkt bevond zich op de gronden van het huidige Mijnplein en verdween kort na de Tweede Wereldoorlog. In de dertiger jaren moet het er al een vuile, verveloze en verwaarloosde toestand.
- Oostende: politiebureau van de hazegraswijk (gesloopt vroege jaren 1950) Het was op 8 november 1904 dat de Gemeenteraad zijn fiat gaf voor de uitvoering van Vandammes plan. De bouw geschiedde het volgend jaar.Drie dakvensters met getrapte geveltjes bekroonden de 7 traveeënbrede voorgevel die gelijkvloers en 1ste verdieping had. Ze waren, net als het dakvenster op de schuin geplaatste travee aan de Z-hoek van het gebouw uitgevoerd in rode en gele baksteen en in witte steen. Aan de eerste verdieping van die schuine travee was een trapeziumvormig balkon met een borstwering in gesculpteerde witte steen. Op de drie zijden waren zich spiegelende sirenes voorgesteld. Het waren beeldhouwwerken van De Kesel; Onder de dakkapel prijkte het opschrift “De Drie Meerminnen”. De gevel aan de ZO-zijde telde twee traveeën en werd bekroond door een grote trapgevel. Het schuin afgesneden hoekdeel aan de zijde der Handelsdokken was een soort naar boven toe breder wordende loggia. Aan de vensters waren ballustrades in Euvillesteen. De onderbouw van die loggia bestond o.m. uit een blauwstenen basreliëf dat twee zeemonsters voorstelde. Deze deden dienst als cariatiden. Uit hun muilen spoot water in een bekken Deze sculptuur was ook een werk van De Kesel; Dat hoekdeel droeg een torentje in drie geledingen: onderaan een afgeknot pyramidaal gedeelte waaruit een recht octogenaal middenstuk oprees. Op zijn beurt droeg dit een grote spitstoren en 4 kleinere hoektorentjes. Op de koperen spits was een vergulde windroos bevestigd. Deze was als een zeemeermin uitgewerkt.
- Oostende: het neogotische dekanale huis (hoek Sint-Petrus en –Paulusplein-Sint-Jorisstraat): hier combineerde hij weer gebruik van rode baksteen en blauwsteen.
- Naast zijn activiteiten op bouwkundig gebied knapte Vandamme voor de Stad Oostende verder allerhande tekenkundige klusjes op: zo ontwierp hij de obligaties van 100 F. voor de “Leening van 25.172.500 Franc” in 1898 uitgeschreven door de stad. De decoratieve motieven lagen voor de hand: bovenaan een gezicht op de Zeedijk, links de Sint-Petrus en- Pauluskerk (reeds als voltooid weergegeven!), rechts een gezicht op het Wapenplein en onderaan een gerangeerd panorama der haveninstallaties. Middenin kwam de tekst.
Het Noodgeld te Oostende uitgegeven tijdens de Eerste Wereldoorlog werd eveneens door Gustaaf Vandamme ontworpen.
- 1906. Voor de bouw van het Vredespaleis te Den Haag werd naar de gewoonte van de tijd een openbare wedstrijd uitgeschreven, in casu door het Carnegie Fonds.
- 1908. Ontwerp heraanleg Marie-Joséplein, na des loop van de oude Schouwburg. Aan de oostzijde van het plein, tussen de Adolf Buylstraat en de Sint-Sebastiaanstraat voorzag hij de constructie van een Justitiepaleis ter vervanging van het ellendig gebouw aan de Witte-Nonnenstraat. Het moest een somptueus neo-klassiek paleis worden met een tempelportiek als voorgevel: een door zuilen geschraagd driehoeksfronton bekroond met een drietal Justitia-allegoriën en het opschrift “Lex”. Verder in de H. Serruyslaan, tussen de Sint-Sebastiaanstraat en de Witte Nonnenstraat, moest dan Oostende’s Thermenpaleis verrijzen, al in een even exuberante stijl. Vandamme had dit goed bekeken: wat een heerlijk perspectief ware het niet geweest van het Marie-Joséplein naar het zuiden toe: eerst de strenge vormen vanhet Justitiepaleis, dan de Thermen in een uitbundige bouwstijl en in de verte het Italiaans aandoende Postgebouw! Op het Marie-Joséplein zelf zag Vandamme al een Congo-monument staan. Later zou August Beernaert er terecht komen. En waar een eenzaam “Dikke Mathille” nu op haar betoneilandje ligt te mediteren, wou hij een monumentaal hydraulisch kunstwerk bouwen, bestaande uit cascades en geïllumineerde fonteinen. Deze hadden het perspectief Kursaal-Leopold II laan, meer dan het latere bloemenhorloge een feeërieke afsluiting bezorgd. Vandamme aarzelde niet dit urbanisatieplan aan Leopold II voor te leggen. Nog in september 1908 ontving hij van het Paleis een beleefd schrijven in verband met zijn plannen. In april 1909 pakte Vandamme nog eens uit met dat plan tijdens het Tweede Salon der Oostendse Schilders in het Kursaal. Vier jaar later al, in 1912, kwam Vandamme met een ander Thermenplan voor de dag. De opzet verschilde merkelijk van zijn ideeën uit 1908. Hij had een grondige studie gemaakt van antieke thermae, als die van Titus, Caracalla en Diocletianus. Dat was niet zonder invloed Gebleven op zijn nieuwe visie. Nu situeerde Vandamme het Thermencomplex in het Leopoldpark, met de hoofdas in het verlengde van de as Kursaal – Leopold II laan.
- Eind 1912 kwamen andere Vandamme-plannen: deze waarin hij aan het Derde Handelsdok een nieuwe bestemming zocht te geven: hij voorzag een rechte laan die zou vertrekken op het punt waar nu Vindictivelaan en Alfons Pieterslaan samen komen, en die naar het Maria-Hendrikapark moest leiden. Rechts van die laan, op het gevulde 3de Dok, zou een halfrond park met cascades komen, en daarbij aansluitend, twee door een monumentale arcade met elkaar verbonden woonblokken die eveneens halfrond, parallel met het park, moesten verlopen. De holle zijde moest uitkijken op het parkje en de dokken. Ook hier had Vandamme steeds de gedachte aan enkele indrukwekkende perspectieven voor ogen.
Gustaaf Vandamme was niet alleen bedrijvig als stadsarchitect: hij tekende ook plannen voor een aantal privé woningen en wel in de meest uiteenlopende stijlen. We sommen ze hier even op:
- Oostende: Kerkstraat 34 (nu deels verbouwd); in een sober gehouwen “style esthétique”. Gevel in witte emailsteentjes afgewisseld met friezen groene steentjes. Deze witte/groene steentjes vinden we terug aan de ontlastingsbogen van de vensters op de 2de verdieping. Blauwsteen werd gebruikt voor de plint, aan het balkon en op de “sterke punten” aan de vensterstijlen. De overgang van de 5 kleine vensters der bovenverdieping naar de kroonlijst kreeg een vlotte oplossing.
- Oostende: Ooststraat 33 (verdwenen; niet het gebouw dat in 2004 gesloopt werd want dat kwam al in de plaats van Vandamme’s huis). Het huis van fotograaf Asaert; Het had een gebogen loggia en een segmentfronton.
- Oostende: hoek Prins Boudewijnstraat-Kaaistraat “Residence Hotel” (gesloopt in de zestiger jaren). Het was een van Vandammes gelukkigste inspiraties, en oogde mooi naast de monumentale hoofdkerk. Het was een gebouw op trapeziumvormig grondplan, drie hoog met een open loggia bovenaan. Deze was overdekt met een rondboog en geflankeerd door twee belvedere-torentjes. Op de rondboog rustte een trapgeveltje. Het geheel in rode baksteen, was van een bijzonder warm en uitnodigend effect. De aanpalende huizen harmoniëerden wonderwel met het “Residence Hotel”.
- Oostende: Kaaistraat 59: bakstenen huis, dat in de muurankers de datering 1909 draagt. De bouwstijl is tweeslachtig: de opzet doet Gotisch aan, maar het huis heeft renaissancistische details.
- Oostende: Alfons Pieterslaan: het winkelpand van kleermaker Ghaye;
- Oostende: Koninginnelaan 70 voor notaris Lingier (gesloopt).
- Oostende: Prinses Stefanieplein voor aannemer Lootens (gesloopt)
- Oostende: huis van aannemer Sanders (laatst burelen en consultaties van de Bond-Moyson) (gesloopt) Het trappenhuis alleen al was een bezichtswaardigheid dat hier zijn gelijke niet kende in de privéwoningen.
- Oostende: Christinastraat 73 (voorheen “Musica”, “Reclamestudio Geuvels")
eretekens
In 1895 won Vandamme de “Grote Prijs van België” der Buitengewone Architectuurwedstrijd uitgeschreven door de Kon. Maatschappij der Bouwmeesters van Antwerpen met zijn ontwerp voor een Kon. Muziekconservatorium in Antwerpen te bouwen. Interessant detail: net als voor de Rome-prijzen werden de kandidaten voor de duur van de wedstrijd van de buitenwereld afgezonderd. Vandammes ontwerpen (voor- en zijgevels, doorsnee, platte gronden…) werden destijds afgedrukt in de vaktijdschriften. We zien een ongemeen briljant ontwerp, waardig exponent van de onvolprezen “Tweede Eclectische Periode” Vandamme voorzag een enorme veellobbige koepelconstructie als bekroning van dit complex met de vele klaslokalen. Het bevatte ook een middelgrote concertzaal met toneeltoren boven het podium. Voor de definitieve bouw koos men in Antwerpen uiteindelijk andere plannen. bibliografie
- Norbert HOSTYN. Architectuur en urbanisatie in Oostende tijdens belle époque. Oostende (onuitgegeven manuscript), 2006. - Norbert HOSTYN. Architectuur en urbanisatie in Oostende tijdens het interbellum. Oostende (onuitgegeven manuscript), 2006.