Gobin Jean F. (1860-1939)
° Oostende, 8 september 1860 - † Oostende, 9 juni 1939
- moeder: Clémence Plug
gehuwd met:
1. Louise Lauwers (†)
2. Hortense Baele (° 1871)
kinderen:
- Marie Gobin (° 1895)
- Jean-Maurice Gobin (° mei 1898)
Enkele zinnen uit zijn gedachtenisprentje:
“Au cours de sa longue carrière d’architecte, entrepreneur et directeur d’école, le vénérable défunt a donné l’exemple d’une vie sans tâche et d’une probité irréprochable, d’une rare sagesse. Il fut un bon père. Il a réalisé les paroles de la bénédiction divine: fils et filles ont germé comme les rameaux de l’olivier”.
beroep
architect.
Het begin van zijn architectencarrière situeert zich ca. 1886.
In maart 1890 werd hij leraar Bouwkundig Tekenen aan de Nijverheidsschool die toen nog “École Industrielle et Professionelle” heette. Tijdens de geheime zitting” van 6 mei 1890 stelde de Gemeenteraad Gobin bovendien aan als leraar Burgerlijke Bouwkunst in dezelfde school.
In december 1919 zou hij zelf directeur van de “École Industrielle” worden ter opvolging van Arthur Frankignoul. Voor dat directeurschap had Gobin een tegenkandidaat, nl. Edgard Remy. In de “geheime zitting” van de Gemeenteraad (02.12.1919) werd Gobin met 9 stemmen tegen 6 tot bestuurder verkozen. Gobin zou tot 31 maart 1929 aanblijven als directeur én als leraar in hoger genoemde vakken.
Op 19 maart 1926 volgde Gobin Henri Vandeveld –die ontslag nam- op als directeur van de Stedelijke Vakschool.
In 1929 diende Jean Gobin na een welgevulde carrière zijn verzoek op pensioenstelling in. De gemeenteraad verleende gunstig advies en op 30 juni 1929 trok hij zich uit zijn functies terug.
Nr. 2 vormt de hoek met de Karel Janssenslaan en had aan die straat een mooie, streng-symmetrische façade zonder deur openingen: vijf geveltraveeën, waarvan de middenste met de loggia op de eerste en het balkon op de twee verdieping aanzienlijk breder. Boven de kroonlijst werd deze ene brede geveltravee voortgezet door een gebroken fronton bekroonde zolderkamer-venster oprijst. De hoge sokkel met de robbuste keldervensters, en de gevel van het gelijkvloers waren geheel in vlakke bossage. Daarboven liep over heel de gevel een lijst waarin de vensterbalustrades verwerkt waren. De hoger besproken brede geveltravee werd geflankeerd door twee pilasters die over de twee hoogste verdiepingen heen liepen. De gevel kant Leopold II-laan was natuurlijk in dezelfde stijl maar de aanwezigheid van de voordeur maakte daar die ongewone symmetrische conceptie onmogelijk.
Nr. 8 “Villa Fernand”. (gesloopt 1990)
Nr 15 was “La Brise” en werd in 1890-1891 gebouwd. Al deze huizen waren in de toen geliefde “academische stijl”, gebaseerd naar voorbeelden uit Italiaanse renaissance en vroeg-barok.
- Oostende, Kemmelbergstraat: drie Gobin-villa’s: nr 11 met haar ecussons, maskers, guirlandes en wortels als decoratiemotieven, het nr 19 “Villa Edith” met haar loggia over de eerste én tweede verdieping, en de diamant- en robijnkoppen op de gevel. Tenslotte nog het smakeloos gemoderniseerde nr 12 aan de overzijde.
- Oostende, Koningstraat 28 (hoek IJzerstraat): Villa Edouard (gesloopt).
- Oostende, hoek Ernest Feysplein-Oesterbankstraat: Hôtel de l’Espérance”. Destijds was dit een druk hotel met het spoorwegstation over de deur. Het gebouw sluit na qua stijl helemaal aan bij de andere huizen uit de rij (o.a. van Achille Raoux en Gustave Vandamme): Neo-Vlaamse Renaissance met voorgevels in warme bruinrode baksteen. Bijzonder geslaagd in het hotel was het hoekdeel met torentje. Deze huizenrij met de schattige topgevels is een van de weinige mooie gezichten die Oostende nog telt.
- Oostende, Euphrosina Beernaertstraat 45: let hier op de handtekening boven het keldervenstertje links en het spel tussen baksteen en gekapte of geprofileerde natuursteen.
- Oostende, Kapellestraat 78
overige mandaten, functies en activiteiten
Toen Antoine Dujardin, Emile Spilliaert en James Ensor begin 1894 hun “Cercle des beaux-Arts d’Ostende” stichtten, was Gobin een der eersten om lid te worden. Tijdens het eerste Salon van de “Cercle” (zomer ’94) nam hij de functie van “Commissaris van het Salon” waar. Op 17 juli 1894 vereerde Leopold II dit eerste Oostendse Salon met zijn bezoek. Jean Gobin werd aan de Vorst voorgesteld en samen hadden ze een gesprek over Gobins aan de gang zijnde bouwwerken.
links
- Inventaris van het bouwkundig erfgoed (Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed)
bibliografie
- Norbert HOSTYN. Architectuur en urbanisatie in Oostende tijdens belle époque. Oostende (onuitgegeven manuscript), 2006.
- Vlaams Kwartierstatenboek II, 34 (nr. 4 is zijn broer Richard)
persoonlijke gegevens
- vader: Jean Gobin- moeder: Clémence Plug
gehuwd met:
1. Louise Lauwers (†)
2. Hortense Baele (° 1871)
kinderen:
- Marie Gobin (° 1895)
- Jean-Maurice Gobin (° mei 1898)
Enkele zinnen uit zijn gedachtenisprentje:
“Au cours de sa longue carrière d’architecte, entrepreneur et directeur d’école, le vénérable défunt a donné l’exemple d’une vie sans tâche et d’une probité irréprochable, d’une rare sagesse. Il fut un bon père. Il a réalisé les paroles de la bénédiction divine: fils et filles ont germé comme les rameaux de l’olivier”.
beroep
architect. Het begin van zijn architectencarrière situeert zich ca. 1886.
In maart 1890 werd hij leraar Bouwkundig Tekenen aan de Nijverheidsschool die toen nog “École Industrielle et Professionelle” heette. Tijdens de geheime zitting” van 6 mei 1890 stelde de Gemeenteraad Gobin bovendien aan als leraar Burgerlijke Bouwkunst in dezelfde school.
In december 1919 zou hij zelf directeur van de “École Industrielle” worden ter opvolging van Arthur Frankignoul. Voor dat directeurschap had Gobin een tegenkandidaat, nl. Edgard Remy. In de “geheime zitting” van de Gemeenteraad (02.12.1919) werd Gobin met 9 stemmen tegen 6 tot bestuurder verkozen. Gobin zou tot 31 maart 1929 aanblijven als directeur én als leraar in hoger genoemde vakken.
Op 19 maart 1926 volgde Gobin Henri Vandeveld –die ontslag nam- op als directeur van de Stedelijke Vakschool.
In 1929 diende Jean Gobin na een welgevulde carrière zijn verzoek op pensioenstelling in. De gemeenteraad verleende gunstig advies en op 30 juni 1929 trok hij zich uit zijn functies terug.
plannen en realisaties (oeuvre)
- Oostende, Leopold II-laan: voor de prestigieuze laan, die omstreeks 1890 werd volgebouwd, tekende Gobin drie prachtige burgershuizen, de nrs. 2, 8 en 15. (2 en 15 zijn verdwenen).Nr. 2 vormt de hoek met de Karel Janssenslaan en had aan die straat een mooie, streng-symmetrische façade zonder deur openingen: vijf geveltraveeën, waarvan de middenste met de loggia op de eerste en het balkon op de twee verdieping aanzienlijk breder. Boven de kroonlijst werd deze ene brede geveltravee voortgezet door een gebroken fronton bekroonde zolderkamer-venster oprijst. De hoge sokkel met de robbuste keldervensters, en de gevel van het gelijkvloers waren geheel in vlakke bossage. Daarboven liep over heel de gevel een lijst waarin de vensterbalustrades verwerkt waren. De hoger besproken brede geveltravee werd geflankeerd door twee pilasters die over de twee hoogste verdiepingen heen liepen. De gevel kant Leopold II-laan was natuurlijk in dezelfde stijl maar de aanwezigheid van de voordeur maakte daar die ongewone symmetrische conceptie onmogelijk.
Nr. 8 “Villa Fernand”. (gesloopt 1990)
Nr 15 was “La Brise” en werd in 1890-1891 gebouwd. Al deze huizen waren in de toen geliefde “academische stijl”, gebaseerd naar voorbeelden uit Italiaanse renaissance en vroeg-barok.
- Oostende, Kemmelbergstraat: drie Gobin-villa’s: nr 11 met haar ecussons, maskers, guirlandes en wortels als decoratiemotieven, het nr 19 “Villa Edith” met haar loggia over de eerste én tweede verdieping, en de diamant- en robijnkoppen op de gevel. Tenslotte nog het smakeloos gemoderniseerde nr 12 aan de overzijde.
- Oostende, Koningstraat 28 (hoek IJzerstraat): Villa Edouard (gesloopt).
- Oostende, hoek Ernest Feysplein-Oesterbankstraat: Hôtel de l’Espérance”. Destijds was dit een druk hotel met het spoorwegstation over de deur. Het gebouw sluit na qua stijl helemaal aan bij de andere huizen uit de rij (o.a. van Achille Raoux en Gustave Vandamme): Neo-Vlaamse Renaissance met voorgevels in warme bruinrode baksteen. Bijzonder geslaagd in het hotel was het hoekdeel met torentje. Deze huizenrij met de schattige topgevels is een van de weinige mooie gezichten die Oostende nog telt.
- Oostende, Euphrosina Beernaertstraat 45: let hier op de handtekening boven het keldervenstertje links en het spel tussen baksteen en gekapte of geprofileerde natuursteen.
- Oostende, Kapellestraat 78
overige mandaten, functies en activiteiten
Toen Antoine Dujardin, Emile Spilliaert en James Ensor begin 1894 hun “Cercle des beaux-Arts d’Ostende” stichtten, was Gobin een der eersten om lid te worden. Tijdens het eerste Salon van de “Cercle” (zomer ’94) nam hij de functie van “Commissaris van het Salon” waar. Op 17 juli 1894 vereerde Leopold II dit eerste Oostendse Salon met zijn bezoek. Jean Gobin werd aan de Vorst voorgesteld en samen hadden ze een gesprek over Gobins aan de gang zijnde bouwwerken. adres
- Oostende: Prinses Stefanieplein 51links
- Inventaris van het bouwkundig erfgoed (Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed)bibliografie
- Norbert HOSTYN. Architectuur en urbanisatie in Oostende tijdens belle époque. Oostende (onuitgegeven manuscript), 2006. - Vlaams Kwartierstatenboek II, 34 (nr. 4 is zijn broer Richard)