Oostende voor 1403

Wie in Oostende rondloopt zal niet meteen vermoeden dat de stad al een verleden heeft dat tot diep in de middeleeuwen teruggaat.

vroege middeleeuwen

Tijdens de vroege middeleeuwen doorsneden enkele getijdengeulen een wadgebied dat nauwelijks bewoonbaar was. De Testerepgeul zonderde een strook land, Testerep of ter Streep, af tussen de zee en de rest van de kustvlakte en sloot ter hoogte van het huidige Oostende op de zee aan. Aan het andere uiteinde lag Westende. Van permanente bewoning was toen nog geen sprake. Vanaf zowat de 7de-8ste eeuw was er in de kuststreek, ook op Testerep, bewoning. Op de schrale gronden kweekte men vooral schapen die zich aan het zilte landschap goed aanpasten. Met uitzondering van de gronden die in het bezit waren van enkele abdijen, waren de meeste gronden eigendom van de graven van Vlaanderen. Dat was ook het geval voor Testerep. Mariakerke zou er het centrum van die grafelijke macht zijn geweest. Op hun beurt gaven de graven delen van hun grond in leen aan leenmannen en abdijen. Zo had o.a. de Gentse Sint-Pietersabdij grote stukken grond in leen op Testerep.

10de - 11de eeuw

Vanaf de 10de-11de eeuw begon men delen van de kustvlakte door bedijking en inpoldering droog te leggen en werd men minder afhankelijk van getijden en overstromingen. In de 10de eeuw werd aan beide zijden van de Testerepgeul een dijk aangelegd: de Kaaidijk ten noorden en Hoge Dijk in het zuiden.

12de eeuw

In de 12de eeuw werd dan begonnen met het inpolderen van de geul waardoor het overstromingsgevaar voor de kwetsbare gebieden letterlijk werd ingedijkt. Er ontstond in het landschap een heel netwerk van sloten, grachten en kanalen die zorgden voor de nodige afwatering. In die periode ontstonden in de kustvlakte, ook op Testerep, verscheidene dorpen en nederzettingen, - een kerk met enkele boerderijen er rond - die goed bevolkt geraakten en zorgden voor de levering van levensmiddelen aan de grote steden als Brugge, Ieper en Rijsel.
Hoogst waarschijnlijk dateert de oorsprong van Oostende uit die periode. De nederzetting was gelegen op het oostelijke uiteinde van Testerep, in het ambtsgebied van ridder Wouterman van Gent, schout van het ’s Heerwoutermansambacht. Oostende was hem dus gehoorzaamheid verschuldigd.

13de - 15de eeuw

Het is vrijwel zeker dat Oostende iets vóór of in 1266 stadsrechten kreeg. Al in 1266 wordt immers verwezen naar de “stad” Oostende toen Margaretha van Constantinopel, de gravin van Vlaanderen een overeenkomst sloot met Ridder Wouterman over het rechtsgebied van Oostende. Een jaar later werden de "uitvoeringsmodaliteiten" van de door haar toegekende stadsrechten gestipuleerd: de afmetingen van de markt, de halle en het stadhuis werden bepaald en er werd vastgelegd hoe de opbrengsten verdeeld moesten worden. Veel vroeger zal er van een stad dus nog geen sprake zijn geweest. Van de oude stad weten we vrij weinig. Het marktplein was zo’n 54 op 42 meter (het huidige Wapenplein meet zo’n 89 op 69 m), het stadhuis met halle 31 op 23 meter. Uiteraard was er ook een kerk. In 1411 woonden er 408 gezinnen. Indien men weet dat een groot gedeelte van de oude stad toen al was verzwolgen door zware overstromingen, mag men er toch van uitgaan dat de oude stad bepaald geen klein gehuchtje is geweest.

Het jonge Oostende had dus fel te lijden onder de opeenvolgende stormvloeden. Tijdens de Sint-Vincentiusnacht in 1394 verdween een groot deel van de stad in zee. Daarop besliste Filips de Stoute, hertog van Bourgondië in 1395 dat het Brugse Vrije, de Sint-Donaasproosdij en de hertog samen zo’n 121 hectaren land zouden afstaan aan Oostende om er een nieuwe stad te kunnen uitbouwen. De zuidelijke grens van Oostende werd verlegd van waar nu de Van Iseghemlaan ligt naar de “Zuiddijk”, waar nu de Vindictivelaan is gelegen. Zo ontstond ten zuiden van de“Oude stad” (die nu in zee ligt), een nieuwe stad, met een stratenpatroon die vanaf 1401 geleidelijkaan werd aangelegd zoals we die nu nog kennen. Het oude Oostende ligt nu dus eigenlijk in zee.
Met enige verbeelding kan het aangroeistrand dat in 2005 werd aangelegd dan ook beschouwd worden als de terugwinning van het oude Oostende dat in 1395 gedeeltelijk en aan het begin van de 17de eeuw helemaal verloren ging

Bronnen

- Inge ZEEBROEK, Dries TYS, Marnix PIETERS, Cecile BAETEMAN. Van schorre tot slagveld. Oostende (Domein Raversijde), 2002.
- Edward VLIETINCK. Cartulaire d'Ostende, texte original avec des notes et additions précédé d'une introduction historique, 1267-1577. Antwerpen (De Vlijt), 1910.
- Edward VLIETINCK. Het oude Oostende en zijne driejarige belegering van 1601 tot 1604. Oostende (Jos. Vlietinck), 1897. (anastatische herdruk: Vlaamse Vereniging voor Familiekunde Oostende, 1975).