1915
7 januari 1915
De eerste Duitse duikboot vaart Oostende binnen.10 augustus 1915
De Duitse zeppelin L.12 wordt boven Dover getroffen door een Britse granaat en later de Oostendse haven binnengesleept.Tijdens de nacht van 9 op 10 augustus 1915 stegen in de omgeving van Brussel vier marineluchtschepen op, de L.10, L.11, L.12 en L.13 met als doel Londen te bombarderen. Door het slechte weer boven Engeland bereikten ze hun doel niet. Tijdens de vlucht terug werd het luchtschip L.12 (LZ.43) boven Dover getroffen door een granaat van de Britse luchtdoelartillerie. Het luchtschip werd zwaar beschadigd en verloor door het ontsnappen van het gas uit de romp steeds meer hoogte. Het kwam op zee neer ter hoogte van De Haan. Het luchtschip bleef gedeeltelijk boven water en dreef af in westelijke richting. Dertien van de 31 ingescheepte bemanningsleden konden zich redden door naar het strand te zwemmen. Een veertiende ingescheepte werd uren later op zee opgepikt. De overige 17 bemanningsleden overleefden de ramp niet.
Ter hoogte van Oostende werd het drijvend luchtschip op sleeptouw genomen door een Duitse torpedoboot en naar de haven getuid. Toen het luchtschip zich reeds in de havengeul van Oostende bevond werd het aangevallen door een Brits vliegtuig dat met bommen poogde het luchtschip verder te vernietigen. Echter zonder succes.
Hierna werd het luchtschip verder de haven ingesleept naar de Diepwaterkaai (Cockerillkaai), waar het door middel van de 40-tons torenkraan en de portaalkranen drijvend werd gehouden (mogelijks om het te demonteren).
Omstreeks 17 uur werd, bij de bergingswerken, de enveloppe verder gescheurd en ontsnapte er een grote hoeveelheid van het zeer brandbare waterstofgas dat de inhoud van de romp uitmaakte. Door een vonk - men meent dat het een vonk was uit de schouw van een voorbijvarend schip - ontstak het gas en ontplofte, waardoor de ganse romp vuur vatte. De luchreus werd volledig vernield. De brand sloeg ook over op de nabij gelegen linkervleugel van de stapelhuizen van Cockerill Line.
Wat nog restte van de L.12 werd twee dagen later met de spoorweg naar Duitsland gevoerd. Aan de resten van ht luchtschip hing een bord met volgend opschrift: "Overschot van een buitengemaakt [sic] Engels luchtschip"!
(Uit: F. Gevaert en F. Hubrechtsen, Oostende 14-18: Oostende onder de Duitse bezetting, 1914-1918, dl. 1, Koksijde, De Klaproos, 1995, pp. 181-183)