1489

14 juni 1489

6000 Engelsen kwamen de keizer te hulp in zijn strijd tegen de Franse koning en kwamen voor Oostende. Oostende weigerde zich over te geven, antwoordde met kanonschoten en opende een dijk zodat de Engelsen zich moesten terugtrekken.
De volgende dag trokken zes mannen naar de kapitein van de Romse koning, Daniƫl van Praet, heer van Meerwede die hem voorstelden dat als hij alleen met de Vlamingen zou terugkeren, Oostende bereid zou zijn zich aan graaf Philippus als er anders geen leed of schade zou worden berokkend. De kapitein beloofde dit en daarop werd hij in de stad toegelaten, maar hij hield zijn belofte niet. Hij liet tien tot twaalf vooraanstaande burgers gevangen nemen die hij naar Nieuwpoort overbracht en bracht 4.000 Engelse soldaten binnen die de stad bezetten. De Franse generaal De Cordes, die in Ieper lag kwam met 20.000 man naar Oostende (voetvolk en ruiterij) en maakten de Engelse bezetting ongedaan, met behoud van lijf en goed. De Fransen werden binnengelaten en de Engelsen uit de stad gejaagd.

25 juni 1489

De Cordes trok naar Nieuwpoort maar moest op 1 juli vruchteloos terugkeren naar Oostende waar hij tot 6 juli verbleef. Korte tijd later trokken de Fransen uit Oostende Oostende weg naar Arien, behalve een kleine bezetting. Daarop kwam de heer Meerwede met zijn torepen naar Oostende, waarop hij de stad veroverde, plunderde en in brand liet steken. Oostende was een puinhoop voor de rest van de oorlog tot de vrede werd getekend op 22 mei 1493