Stadswapen Oostende

Elke gemeente in Vlaanderen heeft een eigen stadswapen. Het stadswapen van Oostende werd in haar huidige vorm bij Koninklijk Besluit vastgelegd op 27 januari 1956 en na de fusie met Stene en Zandvoorde integraal bekrachtigd op 31 juli 1974. Toch is het stadswapen van Oostende een flink stuk ouder en reikt de geschiedenis ervan tot in de middeleeuwen. Een aantal elementen zijn pas in latere eeuwen toegevoegd en zijn ondertussen, al dan niet terecht, onderdeel geworden van het officiële stadswapen van de stad Oostende.

In de literatuur over het stadswapen vonden we nogal wat onduidelijkheden en tegenstrijdige informatie.  Bovendien vonden we in het stadsarchief documenten die een nieuw licht werpen op de evolutie van het stadswapen.  Reden genoeg dus om alles eens op een rijtje te zetten en de waarheid van de fictie te onderscheiden.  

Het oudste spoor van een stadswapen dateert van 1303 en vinden we terug op het stadszegel. Het stelde Sint-Pieter voor met in zijn rechterhand twee sleutels en in zijn linkerhand een kleine kerk. Van dit zegel zijn er nog enkele afgietsels bewaard in het Algemeen Rijksarchief in Brussel[1].

Op 24 november 1517 besloten de burgemeesters en schepenen van Oostende om een nieuw groot zegel (het zgn. “zegel van verbande”) te gebruiken: “… eenen nyeuwen zeghele van verbande, die zy hadden ghedaen maken ende anghenomen, jndenwelcken gheteeckend ende ghesteken staet toot ende boven de signature vanden voorseiden houden zeghele van zaken eene zeeriddere ghewapent hebbende de figure vander middelwaert van eenen menssche ende vander middel nederwaert van eenen vissche, houdende jn zyne rechter hand de ghelyckenesse van eenen zweerde ende jn zynen slynckerhant der voorseide stede wapene omme metten voorseyden nyeuwen zeghele van verbande van nu voortan ende naer den dach ende date van desen te zeghelen ofte doen zeghelen allen zaken ende letteren van verbande,…[2].

Voor het eerst dook in de geschriften een zeemeerman op met in zijn rechterhand een zwaard en in zijn linkerhand het stadswapen. De zeemeerman was dus geen onderdeel van het stadswapen maar wel van het stadszegel! Dat onderscheid tussen het stadszegel en het stadswapen is belangrijk. We zullen er later nog op terugkomen.

Hoe het stadswapen er in 1517 precies uitzag is bij gebrek aan authentieke afbeeldingen niet helemaal zeker maar in een manuscript van Corneille Gaillard uit 1557 wordt het als volgt beschreven: “Ostende Ville: Or Chevron de sable accompagné de 3 clefs en pal, de même”[3]. Ook in andere wapenboeken wordt het schild met de keper en de drie sleutels vermeld. 

Van dat stadswapen vinden we een eerste afbeelding terug in de stadsrekening van Oostende van 1579[4]. Het wapen is verwerkt in een versierde letter op de eerste pagina over de uitgaven.

Uit de stadsrekening van Oostende, 1579.

Van het stadszegel zijn, voorzover bekend, geen afgietsels bewaard maar op een ordonnantie van het Stadsbestuur van Oostende van 1632 vonden we wel een unieke weergave van wat wellicht het stadszegel was[5].

Uit een ordonnantie van de Stad Oostende, 1632 (DW/G1). 

Op die afbeelding staat het stadswapen, m.n. het schild met de keper en de drie sleutels, vastgehouden door een zeemeerman met zijn zwaard en aan de andere kant door een zeemeermin met een spiegel[6]. De zeemeerman was dus al bekend uit geschriften, maar we hebben het raden naar hoe, waarom en wanneer de zeemeermin op dit vermeende stadszegel is terechtgekomen.  Dit moet ergens tussen 1517 en 1632 zijn gebeurd, een woelige periode voor Oostende, met o.a. het Beleg van Oostende (1601-1604) en de heropbouw van de Stad.  Mogelijks zijn toen aanpassingen aan het wapen aangebracht.

De tekst “Ostende nobis domine misericordiam tuam” boven en onder het wapenschild is een vers uit de Bijbel (psalm 84 vers 8). De letterlijke vertaling ervan luidt: “Toon ons uw barmhartigheid, Heer” en is mogelijks een woordspeling op het Latijnse “ostende” (vertaling: “toon”) en de stad “Ostende”.

In ieder geval is dit de oudste – en totnogtoe enige bekende – authentieke afbeelding van het stadswapen, geflankeerd door zeemeerman en zeemeermin.

Deze afbeelding is wel een unicum. Op andere documenten uit de 16de, 17de en 18de eeuw is enkel het stadswapen (en varianten met één sleutel daarop) terug te vinden.

Er bestaan wel zgn. tegenzegels die dateren uit de 17de eeuw en die bewaard worden in het Algemeen Rijksarchief in Brussel. Op het schild is de keper afgebeeld met drie rechtopstaande sleutels waarvan de baarden naar links wijzen[7].

Uit de figuratieve kaart van het Brugse Vrije (1562-1571)  door Pieter Pourbus (reproductie van 1850) (KP/H006)

Uit de kaart gepubliceerd in L. GUICCIARDINI. Descriptions de touts les Pays-Bas. 1609 (KP/F0023)

Uit de kopergravure met een perspectief gezicht op de stad langs het noordoosten uit 1613 (PT/E0040)

Uit de kaart gepubliceerd in F. HOGENBERG en G. BRAUN. Civitates Orbis Terrarum uit 1618 (KP/G0010)

Uit een kopergravure met een perspectief zicht op de Stad met een zinnebeeldige voorstelling uit 1625 (PT/D0029)

Uit de kaart gepubliceerd in L. GUICCIARDINI. Descriptions de touts les Pays-Bas. 1648 (KP/F0003)

Uit een lithografie vervaardigd door Robert Hamilton, 1729 (PT/F0101)

Uit een kopergravure van F.B. Werner van 1750 (PT/F0155)

Uit een mededeling van raadspensionaris de Grysperre, 1783 (DW/G0005)

In de Hollandse periode (1815-1830) en meer bepaald op 15 september 1819 bekrachtigde de Hoge Raad van Adel het stadswapen van de Stad Oostende: “zijnde een schild van goud beladen met een zwarte keper vergezeld van drie zwarte sleutels geplaatst twee en een. Het schild gedekt met een kroon van goud”.

Diploma verleend door de Hoge Raad van Adel i.v.m. het stadswapen, 15 september 1819 (AW/G0035)

De kroon van goud is een toevoeging uit de Hollandse periode maar het is niet duidelijk waarom die precies werd toegevoegd.  Er zijn verschillende hypothesen maar geen enkele kan afdoende bewezen worden. 

Merk op dat ook hier geen sprake is van een zeemeerman of -min. Blijkbaar maakte men toen toch het onderscheid tussen stadswapen en stadszegel.

Na het ontstaan van België in 1830 werden de stads-en gemeentewapens bekrachtigd. In het Koninklijk Besluit van 30 november 1838 werd verwezen naar “oude en eerbiedwaardige documenten” en duiken plots de zeemeerman en zeemeermin weer op evenals de kroon uit de Hollandse periode[8]. Uit wat voorafgaat mag duidelijk zijn dat die documenten op zijn minst verkeerd zijn geïnterpreteerd.  Het gevolg was wel dat de zeemeerman en zeemeermin de overstap maakten van het stadszegel naar het stadswapen en de “Hollandse” kroon een officieel karakter kreeg.

Diploma van het Koninklijk Besluit van 30 november 1838 (AW/H0011)

Uit de kaart van Oostende van Balthasar Heins, ca. 1910 (KP/F0053)

Toch dook op officiële documenten nu en dan nog de oude (en eigenlijk historisch meer correcte) versie op.

Bulletin communal Oostende, 1906

Tijdens de gemeenteraadszitting van 13 mei 1955 onderging het stadswapen een nieuwe wijziging. Bij Koninklijk Besluit van 31 maart 1951 was aan Oostende het Oorlogskruis met palm toegekend “uit erkentelijkheid voor het schoon gedrag en de uitzonderlijke moed door haar bevolking aan de dag gelegd tijdens de bombardementen van de stad in 1940”. Wellicht greep het Stadsbestuur dat feit aan om het wapenschild eens grondig op te smukken.

Op basis van een tekening die men had teruggevonden in niet nader gespecifieerde oude documenten, op een oud zegel en op een oude koperen blaasbalg (sic) die in het bezit was van Burgemeester Van Glabbeke besliste men tijdens dezelfde zitting ook nog een anker toe te voegen waarvan het bovenste gedeelte gedekt is door een net, verder een drietand en een schepper die elkaar kruisen en een keten met ring verstrengeld rond drietand, schepper en net. Het net, de drietand en de schepper zijn het symbool van de vissershaven en het visserijbedrijf terwijl het anker en de ketting het zinnebeeld zijn van de handelshaven.

Er zijn geen documenten of afbeeldingen die deze wijzigingen historisch verantwoorden.  Die attributen (anker, net, drietand, schepper en de keten) zijn wellicht artistieke vrijheden van de maker van de blaasbalg en hebben geen enkele historische grond.  Maar ze werden aan het stadwapen toegevoegd en maken er sindsdien deel van uit.

We weten niet precies waarom er op het wapenschild drie sleutels en een keper staan afgebeeld maar er zijn wel hypothesen.  Historicus E. Warlop meent dat de sleutels verwijzen naar enerzijds Sint-Petrus, de patroonheilige van Oostende die altijd wordt afgebeeld met de sleutel van de hemelpoort en anderzijds de sleutels van de stadspoorten toen Oostende in de 13de eeuw tot stad werd verheven.

De keper zou dan weer afkomstig zijn van het wapenschild van ridder Wouterman, schout en waterschout van het ambacht in het Brugse Vrije waarin  het grondgebied van Oostende gesitueerd was. 

Terwijl de fusie van 1971 voor veel gemeenten de aanleiding was om de stadswapens van de fuserende gemeenten samen te voegen of een nieuw ontwerp te maken, besloot de Gemeenteraad van Oostende op 31 juli 1974 om het stadswapen van Oostende van 1955 integraal te handhaven.

Het officiële stadswapen van Oostende (FT/E0466)

In 1992 werd er nog een kleine episode toegevoegd aan het stadswapenverhaal. Omdat men had vastgesteld dat de bij Koninklijk Besluit vastgelegde stadswapens niet altijd correct waren, had de Vlaamse Heraldische Raad de opdracht gekregen om ze allemaal aan een nader onderzoek te onderwerpen.

De Heraldische Raad gaf Oostende de aanbeveling om de kroon (die, zoals we gezien hebben, uit de Nederlandse periode dateerde) te vervangen door een zgn. stedenkroon omdat Oostende er door haar oude stadsrechten eigenlijk wel recht op had. Enkele gemeenteraadsleden gingen niet akkoord met dit voorstel. Ze meenden dat de kroon dateerde uit de tijd van de hertogen van Bourgondië (1363-1506) en zagen het niet zitten om die te vervangen door een stedenkroon die ze niet alleen erg lelijk vonden, maar ook historisch niet correct.

Het punt werd uitgesteld en het onderwerp kwam nooit meer ter sprake.

Het huidige stadswapen van Oostende heeft dus een lange voorgeschiedenis. Het schild met de keper en de drie sleutels is al eeuwenlang gehandhaafd. De latere toevoegingen zijn historisch niet altijd verantwoord, laat staan correct, maar ondertussen zijn ze wel gelegitimeerd. En zo hebben de kroon, de zeemeerman en de zeemeermin in de loop der jaren, net zoals de andere maritieme attributen, een eigen plaats veroverd op het huidige stadswapen van Oostende.

Bibliografie

Naast de geciteerde documenten in de tekst en de voetnoten, raadpleegden we ook:

  • FRANÇOIS, Luc, e.a.. Bibliografie van de geschiedenis van Oostende. Oostende (Oostendse Historische Publicaties 8, 8b, 8c en 8d), 2000-2012,  I.14. Wapenkunde.
  • VAN ISEGHEM, Auguste. ‘Het wapenschild van de stad Oostende’. De Plate, XV, 1986, p. 234.
  • WARLOP, E. ‘Het stadswapen van Oostende’. Ostendiana, 1972, 8, pp. 7-12. 


[1] nr. 6466 • Empreinte de sceau de ville d'Ostende, 29-4-1384: http://arch.arch.be/index2.php?option=com_rab_archieven&task=container&cid=4121483

nr. 6468 • Empreinte de sceau de ville d'Ostende, 28-5-1504: http://arch.arch.be/index2.php?option=com_rab_archieven&task=container&cid=4121485 

[2] VLIETINCK E. Cartulaire d’Ostende, Antwerpen, 1910, nr.38., blz. 132-133.

[3] geciteerd in Ridder MARCHAL. Notice sur la carte géographique et héraldique du franc de Bruges de Pierre Pourbus, 1852.

[4] ARA, 37.401 – Stadsrekening Oostende, 1579.

[5] Alhoewel het geen formeel bewijs is, wijst het formele karakter van het document er wel op dat het stadszegel er in 1632 zo uitzag.

[6] In 1897 had historicus E. Vlietinck al verwezen naar het bestaan van de zeemeerman op het stadszegel, maar hij heeft er nooit afbeeldingen van gevonden om dit te staven. Historicus dr. E. Warlop wees het bestaan van de zeemeerman bij gebrek aan bewijs van de hand. De recente vondst van de ordonnantie uit 1632 in het Stadsarchief van Oostende staaft de stelling van Vlietinck.

[7] nr. 6469 • Empreinte de contre-sceau de ville d'Ostende, 4-6-1609: http://arch.arch.be/index2.php?option=com_rab_archieven&task=container&cid=4121486

nr. 6590 • Empreinte de contre-sceau de ville d'Ostende, 1682: http://arch.arch.be/index2.php?option=com_rab_archieven&task=container&cid=4121608

[8] Notre Ministre de l’Intérieur et des Affaires Etrangères Nous ayant exposé, dans son rapport du 27 de ce mois que par délibérations en date des 27 Novembre 1837 et 27 Septembre dernier, le conseil communal de la ville d’Ostende, Province de Flandre Occidentale, a émis le voeu d’obtenir la vérification et la maintenue des Armoiries octroyées anciennement à cette commune.

Considérant qu’il est suffisament établi par des documents très anciens et dignes de foi déposés à la bibliothèque dite: des manuscrits des Ducs de Bourgogne; que la ville d’Ostende possède depuis un grand nombre d’années des armoiries particulières;

Vu le diplôme daté de l’an 1303 par lequel Philippe, fils de Guy de Dampierre, Comte de Flandre, a autorisé la ville d’Ostende a faire usage d’un nouveau scel;

Vu notre arrêté en date du 6 Février 1837, réglant la forme des sceaux des communes;

Nous avons accordé et accordons: à la Commune d’Ostende les présentes lettres confirmatives avec autorisation de continuer à avoir et à porter les Armoiries dont elle à usé jusqu’à ce jour, telles qu’elles sont figureées et coloriées au milieu d’icelles, et qui sont: d’or au chevron de sable accompagné de trois clefs de même, les deux du chef affrontées, l’écu ayant pour timbre une couronne d’or et pour tenants, à dextre, un homme marin et à sinistre une syrène au naturel.

Chargons Notre Ministre de l’Intérieur et des Affaires Etrangères de l’ecécution des présentes, qui seront inserées au Bulletin Officiel.

Donné à Bruxelles, le 30 Novembre 1838

Leopold

Par le Roi;

Le Ministre de l’Intérieur et des Affaires Etrangères De Theux