Deel 05. Newlyn Penzance


In 1943 moesten de visserschepen weg uit Brixham, want ze hadden de haven nodig voor het gereed maken van de invasie vloot. Mijn vader en enkele reders reisden naar Wales en zelfs tot tegen Schotland  de Ierse zee kust afzoekend om een visserhaven te vinden die hun aanstond of mochten naartoe gaan. Nergens vonden ze iets want de meeste kleine havens zij getij havens die droog vallen, dus bleef er niets anders over dan naar Newlyn te gaan. Wij verhuisden naar Penzance die tegen Newlyn ligt.

Een mooie badplaatsje en een prachtig mild klimaat, wij woonden in de Belgravia street in een gemeubileerd huisje dat wij huurden. Een stad met mooie parken en planten van een mild klimaat. Ieder week kwam er ook een stoomscheepje binnen geladen met bloemen die van de Scilly eilanden kwam en die dan per trein naar Londen gezonden werden. Mijn vriend Marcel Vantorre  van uit Brixham woonde nu ook daar langs de dijk, zodat wij alle dagen op het strand speelden. Gelegen aan de Atlantische oceaan, waren de golven ook veel groter als het stormde beukten de golven op de rechte dijk, en dat vonden wij prachtig.

De schepen vaarden uit Newlyn en deden daar dag en nacht de visserij, doordat mijn moeder de laatste jaren ziek geworden was bleef mijn vader thuis.

Klik hier om verder te lezen.