Frans Courtens (O.302) (1947-1951)
registratienummer
O.302 [T9]type
Stalen stoomtreiler [T9]bouwjaar
1942 [T9]scheepswerf
Scheepswerf van Hamburgse rederij [T9]voor de eerste keer in de vaart genomen sinds
1943 [T9]onder deze benaming in de vaart genomen van / tot
22 juli 1947 tot 22 juni 1951 [T9]vorige benaming(en)
1943: Jochen (Duitse U-bootjager) [T9]volgende benaming(en)
1951: Walter Meisner [T9]1953: Bussum [T9]
uit de vaart genomen sinds
22 juni 1951 [T9]reden
Geschrapt uit onze vissersvloot en verkocht aan een Duitse rederij [T9]tonnenmaat
Brutoton: 522,11 [T9]Nettoton: 170,10 [T9]
afmetingen
Lengte T.L.: 53m25 [T9]Breedte: 8m93 [T9]
capaciteit
Stoommachine van 750 pk van N.V. De Schelde [T9]Max. snelheid: 12 zeemijl [T9]
reder(s)
- 1942: Duitse rederij [T9]
- 1943: Duitse Krijgsmarine [T9]
- 1944: Belgische Staat (Ministerie van Marine en Visserij) [T9]
- 1946: Rederij N.V. Motorvisserij, Oostende (L. Decrop) [T9]
- 1951: Schlienz-Hagemann Hochsee- und Gefrierfischerei, Kiel (D) [T9]
- 1953: Hochseefischerei, Kiel (D) [T9]
kapitein(s)
schipper(s)
bemanning
Maurits Calemijn, Hubert Toreele, Maurits Brackx, Milo Rouzee, Francois Vandenberghe, Warden Coulier, Jef Wellecomme (kok) [T9]bestemming(en)
Visgronden rond IJsland [T9]logboek
- 1942: door de Duitse Krijgsmarine op stapel gezet in een Hamburgse rederij als Jochen [T9]
- 1943, april: voorzien om dienst te doen als U-bootjager. Later werd het aangepast als patrouillevaartuig maar nooit afgewerkt. [T9]
- 1944, september: na de Bevrijding werd het vaartuig aangetroffen op de scheepswerf Beliard, Crighton & C° in Oostende en in beslag genomen door de Belgische Staat [T9]
- 1945: gehuurd en later uitgebaat door N.V. Motorvisserij (directeur: Lucien Decrop) in Oostende die het vaartuig liet ombouwen tot vissersvaartuig voor zeevisserij [T9]
- 1946, juni: tewaterlating en omgedoopt tot O.302 Frans Courtens [T9]
- 1946, 22 juli: zeebrief [T9]
- 1947, 18 november: verkoop van de eerste vangst in de IJslandse wateren in de Oostendse vismijn [T9]
- 1949, 10 september: het vaartuig werd uit de vaart genomen, opgelegd en terug overgemaakt aan de Belgische Staat [T9]
- 1951, 22 juni: verkocht aan Schlienz-Hagemann Hochsee- und Gefrierfischerei in Kiel (D) en omgedoopt tot SO.115 Walter Meisner [T9]
- 1953: ingeschreven als Bussum voor dezelfde rederij [T9]
- 1953, 5 oktober: verkocht voor afbraak aan Rudolf Harmstorf, Wasserbrau & Travewerft in Lubeck (D) [T9]