Captain Arsene Blonde (O.148) (1947-1950)

registratienummer

O.148 [T9]

type

Stalen stoomtreiler [T9]

bouwjaar

1943 [T9]

scheepswerf

John Lewis & Sons Ltd., Aberdeen (Schotland) [T9]

voor de eerste keer in de vaart genomen sinds

1 oktober 1943 [T9]

onder deze benaming in de vaart genomen van / tot

9 september 1947 tot 2 mei 1950 [T9]

vorige benaming(en)

1943, 1 oktober - 1947, 9 september: St. Agnes (T.352) (UK) [T9]

volgende benaming(en)

1950, 2 mei - 1952, 8 maart: Thor (D) [T9]

uit de vaart genomen sinds

8 maart 1952 [T9]

reden

Kapseisde en zonk [T9]

tonnenmaat

Brutoton: 443,47 [T9]
Nettoton: 167,25 [T9]

afmetingen

Lengte: 46m25 [T9]
Breedte: 8m38 [T9]

capaciteit

J. Lewis stoommachine van 850 pk (bouwjaar 1943) [T9]
Max. snelheid: 12 zeemijl per uur [T9]
Waterverplaatsing: 800 ton [T9]
Lading brandstof die aan boord kon worden genomen: 175 ton [T9]
In het visruim kon 160 ton vis gestockeerd worden [T9]

reder(s)

  • 1943-1946: Britse Admiraliteit [T9]
  • 1947-1950: N.V. Oostendsche Reederij [T9]
  • 1950-1952: Kohlenberg & Putz Seefischerei A.G., Bremershaven (D) [T9]

kapitein(s)



schipper(s)

1948: Theodore Asseloos (De Krak) [T9]

bemanning

1948: Boeteloene (stoker), Dries Derycker, De Zwarten, Lenaers, Charel Westerlinck, Cyriel Deschacht, Fons Deley [T9] 
Dries Derycker (stoker), Gusten Annys (matroos) [T9]

bestemming(en)

Visgronden rond IJsland [T9]

logboek

  • 1943: bouw in Schotland [T9]
  • 1943, 19 mei: tewaterlating [T9]
  • 1943, 1 oktober: in de vaart [T9]
  • 1946-1947: ombouw tot vissersvaartuig bij Fulton Marine Engineering in Antwerpen [T9]  
  • 1947, 28 augustus: aangekocht door N.V. Oostendsche Reederij [T9]
  • 1947, 9 september: in de vaart als O.148 Captain Arsène Blondé [T9]
  • 1947, 19 november: vangst van de eerste reis naar de IJslandse visgronden werd verkocht in de Oostendse vismijn [T9]
  • 1949, 9 september: gehuurd door de rederij Weser uit Bremershaven. Het vaartuig vertrok onder de leiding van schipper Arthur naar Bremershaven om daar met een Duitse bemanning de visserij te bedrijven
  • 1950: teruggave van het vaartuig aan N.V. Oostendsche Reederij. [T9]
  • 1950, 2 mei: verkocht aan Kohlenberg & Putz Seefischerei A.G. in Bremershaven en omgedoopt tot Thor. Het werd geschrapt uit onze vloot. [T9]
  • 1952, 8 maart: wegens Black Frost kapseisde het vaartuig nabij North Ronaldsay Orkneys en zonk. 18 bemanningsleden verdronken. [T9] 

opmerkingen

Er was een overeenkomst tussen de N.V. Oostendsche Reederij en de Weser Hochseefischerei in Bremershaven (D) om zes Belgische treilers te huren. Deze vaartuigen voeren onder leiding van een Belgische schipper met een Duitse bemanning. Na afloop van de overeenkomst werd het vaartuig terug overgemaakt aan de Oostendsche Reederij, die het dan doorverkocht en liet schrappen uit onze vloot.
Deze vaartuigen waren:
1949, 24 september: Winston Spencer Churchill (O.157), Captain Arsene Blonde en Edouard Anseele
1949, 29 oktober: Nautilus (O.160), Chris Mahlman (O.163)
1950, 14 januari: President F.D. Roosevelt (O.159) [T9] 

bronnen



bibliografie

Belgische Zeevisserij: 50 jaar IJslandvaart 1945-1995. Roger Corveleyn - Eddy Eneman. Uitgave V.N.A.O. vzw [T9]

iconografie



gegevens verzameld door

T9: Roger Devillé, Oostende

laatst gewijzigd

28 april 2010

bronvermelding

projectfiche Stadsarchief Oostende / Thuishaven Oostende