Prince de Liège (O.83) (1926-1962)
registratienummer
O.83 [T9]type
Stalen stoomtreiler/motortreiler [T9]bouwjaar
1926 [T9]scheepswerf
Cochrane and Sons Ltd, Selby (UK) [T9]voor de eerste keer in de vaart genomen sinds
1926 [T9]onder deze benaming in de vaart genomen van / tot
27 juli 1938 tot 22 december 1962 [T9]vorige benaming(en)
1926-1938: Lord Weir [T9]volgende benaming(en)
uit de vaart genomen sinds
22 december 1962 [T9]reden
Vergaan nabij de Orkaden [T9]tonnenmaat
1926:Brutoton: 324,40 [T9]
Nettoton: 112,64 [T9]
1951:
Brutoton: 391,89 [T9]
Nettoton: 159,82 [T9]
afmetingen
1926:L: 42m16 [T9]
B: 7m23 [T9]
capaciteit
1926: stoommachine van 570 pk [T9]1951: motor Carels van 755 pk [T9]
reder(s)
- 1926 tot 27 juli 1938: Pickering & Haldanes, Hull (UK) [T9]
- 27 juli 1938 tot 22 december 1962: S.A. Pecheries à Vapeur, Oostende (John Bauwens) [T9]
kapitein(s)
schipper(s)
bemanning
Pietje Vanderwal (Wolle), Oscar Lauwereins (Platte fiette), Tjannie (Lerze), Pietje Provoost, André Rondelez (Mong), Edouard Vandenabeele (Warden van 't Hoofd), Hilaire Derere, Charles Vantomme, André Florens (Flodder), Louis Laforce, Milo Rycx, Oscar Verknocke (Siessen), Etienne Taelen, Marcel Kyndt, Louis Declerck [T9]bestemming(en)
Visgronden rond IJsland [T9]logboek
- 1940, mei: het schip voer met vluchtelingen naar Engeland [T9]
- 1940, 23 september: opgeëist door de Britse Admiraliteit. Het schip deed dienst als ballonversperringsvaartuig. [T9]
- 1945, eind december: terug in België [T9]
- 1946, 18 september: terug in de vaart na verbouwingswerken in Antwerpen [T9]
- 1951, 20 december: opnieuw in de vaart na ombouw tot motortreiler in 1950 op de werf Sint-Pieter in Hemiksem. Het vaartuig was uitgerust met een elektrische vislier. Het visruim kon 3500 bennen vis herbergen. [T9]
- 1962, 22 december: Bij de heenreis naar IJsland verging het vaartuig nabij de Orkaden. De bemanning kon zich redden met een opblaasbaar vlot en na enige moeite de kust bereiken. [T9]