9.2 Bibliografie

Archiefbronnen

  • Algemeen Rijksarchief Brussel, Fonds Rekenkamers, nr. 37.239 – 37.248 (stadsrekeningen periode 1403 - 1413) ;
  • Algemeen Rijksarchief Brussel, Fonds Rekenkamers, nr. 37.249 (stadsrekening 1418) ;
  • Algemeen Rijksarchief Brugge, Watering Blankenberge, nr. 517 (Ommeloper van 's Heerwoutermansambacht) ;

Gedrukte bronnen

  • Belaegerung der Statt Ostende, Journal, Tagregister und eigentliche Beschreibung über Gedenckwürdigsten Sachen... der Statt Ostende in Flandern von July 1601 bis 1604. Z.p., 1604.
  • W.P. BLOCKMANS. Handelingen van de Leden en van de Staten van Vlaanderen (1467-1477). Exerpten uit de rekeningen van de Vlaamse steden, kasselrijen en vorstelijke ambtenaren. Brussel, 1971.
  • W.P. BLOCKMANS. Handelingen van de Leden en van de Staten van Vlaanderen. Regeringen van Maria van Bourgondië en Filips de Schone (5 januari 1477 - 26 september 1506). Excerpten uit de rekeningen van de Vlaamse steden en kasselrijen en van de vorstelijke ambtenaren. Brussel, 1982.
  • C. de BONOURS. La mémorable siège d'Ostende, en 12 livres. Brussel, 1628.
  • Copie octroy van de Maj tot fonderen binnen deser stede een clooster van de Conceptionisten van daten 17 Maerte 1676 - Fragmenta, maandschrift voor de geschiedenis van steden en dorpen in Vlaanderen. Z.p., 1890, p. 152-156.
  • De Capucijnen te Oostende : 1615 - Fragmenta, maandschrift voor de geschiedenis van steden en dorpen in Vlaanderen, 1887, p. 103-104.
  • De kerk van Oostende. 14 Juni 1434. Acte van verbant van Burgmrs, Schepenen, notable en ghemeente er stede van Oosthende om elc last te draghen tot bauwen van een nieuwe kerke van daten M CCCC XXXIV op den XIV dagh van weedemaent - Fragmenta, maandschrift voor de geschiedenis van steden en dorpen in Vlaanderen, 1887, p. 85-87.
  • P. FLEMING. Oostende vermaerde, gheweldighe, lanckduyrighe ende bloedighe belegheringhe Mitsgaders de manlijcke, cloecke ende dappere teghenweer. 's Gravenhage, 1621.
  • L. GILLIODTS-VAN SEVEREN. Coutumes des Pays et Comté de Flandre - Quartier de Bruges - Coutumes des petites villes et seigneuries enclavées – IV. Ostende. Oudenbourg. Sluis. Brussel, 1892.
  • L. GUICCIARDINI. Beschrijvinghe van alle de Neder-Landen anderssins ghenoemt Neder-Duytslandt. Amsterdam, 1612 (facsimile uitgave Amsterdam, 1968).
  • Histoire remarquable et véritable de ce qui s'est passé par chacun iour au siège de la ville d'Ostende. Parijs, 1604.
  • W. PREVENIER. Handelingen van de Leden en van de Staten van Vlaanderen (1384-1405). Exerpten uit de rekeningen der steden, kasselrijen en vorstelijke ambtenaren. Brussel, 1959.
  • A. SANDERUS. Verheerlykt Vlaandre, behelzende de algemeene en nauwkeurige beschryving van het Graafschap Vlaandre (anastatische herdruk). Handzame, 1968.
  • H. VAN HAESTENS. De bloedige ende strenge belegheringhe der stadt Ostende in Vlaenderen. Leiden, 1613.
  • E. VLIETINCK. Cartulaire d'Ostende. Antwerpen, 1910.
  • A. ZOETE. Handelingen van de Leden en van de Staten van Vlaanderen (1405-1419). Excerpten uit de rekeningen der steden, kasselrijen en vorstelijke ambtenaren. Brussel, 1981-1982.

Literatuur

  • J. AMERYCKX & A. NAGELMACKERS. De boot van Oostende - Biekorf, LVII (1956), p. 135-138.
  • J. AMERYCKX. Zandvoorde-bij-Oostende - Biekorf, LVI (1955), p. 161-167.
  • J. AMERYCKX. De polders van Oostende - Biekorf, LVIII (1957), p. 38-42,79-84,112-116.
  • J. AMERYCKX. De ontstaansgeschiedenis van de zeepolders - Biekorf, LX (1959), p. 377-400.
  • J. AMERYCKX & A. VERHULST. Enkele historisch-geografische problemen in verband met de oudste geschiedenis van de Vlaamse kustvlakte - Handelingen van de Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, nieuwe reeks, XII (1958), p. 1-24.
  • R. BAETENS. Het uitzicht en de infrastructuur van een kleine Noordzeehaven tijdens het Ancien Regime. Het voorbeeld van Oostende - Marine Academie Mededelingen, XXIII (1973-1975), p. 47-62.
  • R. BAETENS. De havenbeweging te Oostende (1635-1662) - D'HANENS, J.-P. (ed.), Annalen van het 43° congres (1974) van de Federatie van Kringen voor Oudheidkunde en Geschiedenis van België, Sint-Niklaas 1975, p. 119-123.
  • R. BAETENS. Scheepvaart in de Zuidelijke Nederlanden.1650-1800 - Algemene Geschiedenis der Nederlanden. Haarlem, 1979, deel 8, p. 239-248.
  • E. BELLEROCHE. The siege of Ostend or the New Troy 1601-1604. Londen, 1892.
  • A. BELPAIRE. Notice historique sur la ville et le port d'Ostende. Z.p., 1831.
  • R. BILLIAU e.a. Tussen land en zee. Het duingebied van Nieuwpoort tot De Panne. Tielt, 1992.
  • G. BILLIET. Oostende in de literatuur : Het bravourestuk van Muscar - De Plate, september 1977, p. 7-8.
  • G. BILLIET. Oostende in de Franse tijd : Kroniek van de voornaamste gebeurtenissen - De Plate, 1978, p. 4-5, 23-25, 42-43, 64-66, 89-90, 115-116.
  • R. BLANCHARD. La Flandre. Handzame, 1970.
  • P. BORTIER. Passé et avenir des anciens ports Flamands. Bruges, Ostende et Nieuport. Brussel, 1875.
  • P. BORTIER. Le littoral de la Flandre au IXe et au XIXe siècles. Brussel, 1878.
  • J. BOSSU. Vlaanderen in oude kaarten. Drie eeuwen cartografie. Tielt, 1982.
  • J. BOWENS. Nauwkeurige beschryving der oude en beroemde zee-stad Oostende gelegen in Oostenrijksch Vlaanderen. Brugge, 1792.
  • A. DE GROEVE. De geschiedenis van de Kapucijnen en de Kapucijnenkerk te Oostende - De Plate, 1987, p. 169-231.
  • G.G. DEPT. De oudste rekening van Oostende (1403-1404) - Annales de la Société d'émulation de Bruges, T. LXXV (1932), p. 180-217.
  • J. DENIS e.a. Geografie van België. Brussel, 1992.
  • H. DE SCHRYVER. De oude landmaten in Vlaanderen. Gent, 1936.
  • A. DE SMET. A Note on the Cartographic Work of Pierre Pourbus, Painter of Bruges - Imago Mundi - A Review of early cartography, IV. Stockholm, 1948.
  • A. DE SMET. De plaats van Jacob van Deventer in de cartografie van de 16e eeuw - Liber Amicorum Leon Voet. Antwerpen, 1985, p. 461-485.
  • J. DE SMET. Le dénombrement des foyers en Flandre en 1469 - Bulletin van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, XCIX (1935), p. 105-150.
  • J. DE SMET. Het oude Oostende. Anno 1469 - Biekorf, XLII (1936), p. 238-241.
  • H.P. DEYS. De stadsplattegronden van Jacob van Deventer - Caert-thresoor, 8e jaargang (1989), nr. 4, p. 81-95.
  • J.B. DREESEN. Oostende : chronologie van de vloeiing in het jaar 1584 - De Plate, 1988, p. 247-250.
  • J.B. DREESEN. Taeuhuus of Taanhuis - De Plate, 1989, p. 13-14.
  • J.B. DREESEN. Over de oorsprong van Oostende - De Plate, 1989, p. 59-61, 138-140.
  • J.B. DREESEN. Situering van enkele gebouwen en straten in 16de eeuws Oostende - De Plate, 1989, p. 230-233.
  •  J.B. DREESEN. Het nieuw Oostends Toerismebureau staat op historische grond - De Plate, 1991, p. 333-335.
  • J.B. DREESEN. De eerste kerk van Oostende - De Plate, 1992, p. 140-143.
  • J.B. DREESEN. Wanneer werd Oostende stad ? - De Plate, 1993, p. 84-89.
  • A. DRIESSEN. Het stadhuis van Oostende 1711 (volgens Bowens) - De Plate, 1992, p. 272-273.
  • J. EVERAERT. Handel in de Zuidelijke Nederlanden 1650-1795 - Algemene Geschiedenis der Nederlanden, deel 8, p. 185-202.
  • J.P. FALISE. Over het Hazegras en de kerk van O.L.Vrouw Onbevlekte Ontvangenis - De Plate, 1991, p. 255-261.
  • D. FARASYN. Oostende - Belgische steden in reliëf. Plannen opgenomen door Franse militaire ingenieurs. XVIIe- XIXe eeuw. Brussel, 1965, p. 139-162.
  • D. FARASYN. Vergeten monumenten... vergeten weldoeners - De Plate, 1977, p. 8-11.
  • D. FARASYN. De Oostendse molens - De Plate, 1978, p. 97.
  • D. FARASYN. Het Mijnplein te Oostende - Ostendiana, III (1978), p. 41-61.
  • D. FARASYN. Indrukken over en berichten uit het Oostendse garnizoensleven anno 1769 - De Plate, 1979, p. 46-48.
  • D. FARASYN. De oude paalresten onder het nieuw toerismebureau - De Plate, 1992, p. 70-72.
  • V. FOUTRY. Merkwaardige bladzijden uit de geschiedenis van Oostende. Antwerpen, 1938.
  • V. FRIS. Ostende-Oostende – C. RUELENS, Atlas des villes de la Belgique au XVIe siècle. Plans du géographe Jacques de Deventer, exécutés sur les ordres de Charles-Quint et de Philippe II. Brussel, 1884-1924.
  • F. GEVAERT. Anderhalve eeuw spoor en stations te Oostende - De Plate, 1990, p. 173-221.
  • M.K.E. GOTTSCHALK. Stormvloeden en rivieroverstromingen in Nederland, deel I : de periode vóór 1400. Assen, 1971 ; deel II : de periode 1400-1600. Assen, 1975 ; deel III : de periode 1600-1700. Assen/Amsterdam, 1977.
  • M. GYSSELING. Testerep, Tessel, Testerbant en Texuandri - Mededeelingen Vlaamsche Toponymische Vereeniging te Leuven, 21 (1945), p. 1-9.
  • M. HAMELEERS. Afbeeldingen van steden : een poging tot plaatsbepaling tussen kunst en wetenschap - Caert- thresoor, 8e jaargang (1989), nr. 2, p. 22-32.
  • B. VAN 'T HOFF. Jacob van Deventer, keizerlijk-koninklijk geograaf. 's-Gravenhage, 1953.
  • P. HUVENNE. Pieter Pourbus, meester-schilder 1524-1584. Brugge, 1984.
  • R. LAURENT. De havens aan de kust en aan het Zwin (doorheen oude plannen en luchtfoto's). Brussel, 1986.
  • R. LANOYE. Oostende's epos. Oostende, 1981.
  • K.A.H.W. LEENDERS. De datering van Van Deventer's stedenkaarten - Historisch Geografisch Tijdschrift, 10e jaargang (1992), nr. 2, p. 62-67.
  • C. LEMOINE-ISABEAU. Ostende à l'époque française. Travaux de défense et de cartographie (1794-1814) - Belgisch Tijdschrift voor Militaire Geschiedenis, XIX (1971-1972), p. 495-515.
  • C. LEMOINE-ISABEAU. Belgische cartografie in Spaanse verzamelingen van de 16de tot de 18de eeuw. Brussel, 1985.
  • P. LENDERS. De Zuidelijke Nederlanden onder Maria Theresia. 1740-1780 - Algemene geschiedenis der Nederlanden. Haarlem, 1979, deel 9, p. 92-112.
  • P. LOMBAERDE. Het "Cobergher"-plan voor Oostende na de verwoesting van de zeehavenstad in 1604 - De Plate, 1982, p. 137-140, 156-160.
  • P. LOMBAERDE. Le problème du démantèlement de la «Place d'Ostende» durant la periode 1865-1878 - Neptunus, april 1983, p. 7-19.
  • P. LOMBAERDE. Het teoretische en praktische aandeel van Simon Stevin en Wenceslas Cobergher bij de heropbouw van Oostende na 1604 - Het Ingenieursblad, 52 (1983), nr. 8, p. 331-338.
  • P. LOMBAERDE. De vestingbouwkundige werken van Oostende : 1572-1865 - De Plate, 1987, p. 236-249.
  • C. LOONTIENS. Toponymie de la ville et de l'arrondissement d'Ostende. L'origine des communes de Middelkerke, Westende, Lombardsyde, Wilskerke, Leffinge, Slype, St.Pierre- Capelle, Schorre, Mannekensvere et Zevecote. Oostende, 1931.
  • C. LOONTIENS. Een Sint Maartenskerk te Oostende - De Plate, 1990, p. 248-253.
  • M. MAES. De vuurtorens van Oostende - Ostendiana, I (1972), p. 119-121.
  • M. MARCHAL. Notice sur la carte géographique et héraldique du Franc de Bruges, ouvrage de Pierre Pourbus. Brugge, 1852.
  • P.J. MARGRY, P. RATSMA en B.M.J. SPEET. Stadsplattegronden. Werken met kaartmateriaal bij stadshistorisch onderzoek. Hilversum, 1987. (Hollandse Studiën 20)
  • J. MERTENS. Het haardgeld te Oostende in 1533, haar inwoners en hun sociale stratificatie - Ostendiana, II(1975), p. 39-57.
  • Napoléon sur le littoral Belge. Oostende 1895 (uittreksel Echo d'Ostende)
  • J. PASQUINI. Histoire de la ville d'Ostende et du port. Brussel, 1843.
  • M. RYCKAERT. Resultaten van het historisch-geografisch onderzoek in de Belgische kustvlakte – A. VERHULST en M.K.E. GOTTSCHALK. Transgressies en occupatiegeschiedenis in de kustgebieden van Nederland en België. Gent, 1980, p. 75-92.
  • A. SLEEKS. Vijf glanspunten uit de geschiedenis van Oostende. Oostende, Z.d.
  • A. SLEEKS. Oude Oostendse straten en gebouwen. Oostende, 1960.
  • E. SMISSAERT. Een korte getuigenis over de bloei der Oostendse haven in 1781 - De Plate, 1978, p. 162.
  • G. SOYER. Le drame révolutionnaire et Napoléonien à Ostende. Oostende, 1928.
  • E. THOEN. Oorlogen en platteland. Sociale en ekonomische aspekten van militaire destruktie in Vlaanderen tijdens de late middeleeuwen en de vroege moderne tijden - Tijdschrift voor Geschiedenis, jaargang 91, p. 363-378.
  • H. THOEN (red.). De Romeinen langs de Vlaamse kust. Brussel, 1987.
  • L. VAN ACKER. De paters Augustijnen in Oostende - Biekorf, LXXXV (1985), p.188-190.
  • L. VAN ACKER. De Vlaamse vissers-en handelsvloot in het begin van de Franse tijd - Biekorf, XCI (1991), p.225-235.
  • E. VANALDERWEIRELDT. De verdediging van dijken, duinen en strandhoofden in vroegere tijden tussen Oostende - Bredene en Wenduine - Jaarboek Ter Cuere, 1966.
  • G. VANDAMME. De Historische Polders van Oostende, 1584-1810 - De Plate, 1993, p.131-138.
  • F. VAN DE BERGHE, J. VAN DEN HEUVEL en G. VERHELST. De Zwartzusters van Brugge, Diksmuide, Oostende, Veurne en Brazilië. Brugge, 1986.
  • P. VANDEWALLE. Oostende, 1604-1645 - Ostendiana, III (1978), p. 81-96.
  • R. VERBANCK. "Blutsyde" en "Ter Cuere", ook een Oostendse aangelegenheid - De Plate, 1988, p. 8-13.
  • A. VERBOUWE. Iconografie van het arrondissement Oostende. Brussel, 1957.
  • A. VERHULST. Landschap en landbouw in middeleeuws Vlaanderen. Brussel, 1995.
  • J.J. VEYS. Oostende – geschiedenis - Winkler Prins Encyclopedie van Vlaanderen, deel 4, p. 435-436.
  • A. VIAENE. Legenden rond aartshertogin Isabella en het beleg van Oostende. De kleurnaam Izabel in de etymologie - Biekorf, LXXI (1970), p. 65-71.
  • A. VIAENE. Klokkendoop en torenbouw te Oostende. Het bezoek van bisschop Gillis de Baerdemakere.19-20 juli 1478 - Ostendiana, II (1975), p. 179-182.
  • O. VILAIN. Plaatsaanduidingen te Oostende in de volksmond - Ostendiana, I (1972), p. 87-91.
  • J.C. VISSER. De waarde van de stedenatlas van Jacob van Deventer voor de topografie van de laat-middeleeuwse stad - Festschrift für Hektor Ammann : Beiträge zur Wirtschafts- und Stadsgeschichte. Wiesbaden, 1965, p. 116- 123.
  • J.C. VISSER. De stadsplattegronden van Jacob van Deventer - Stad in kaart. Alpen aan den Rijn, 1984, p. 29-38.
  • E. VLIETINCK. Het oude Oostende en zijne driejarige belegering (1601-1604). Oostende, 1897.
  • J. WALGRAVE. De bevolking van Oostende en haar betrekkingen met de zee in de Franse tijd, 1797-1814 - Marine Academie. Mededelingen, XIV (1962), p. 15-34.
  • E. WARLOP. Het stadswapen van Oostende - Ostendiana, I, (1972), p. 7-12.
  • M. WATELET. Cartografie en politiek in het België van de 19e eeuw : bronnen voor de nationale en lokale geschiedschrijving. Brussel 1987.

Woordenboeken, bibliografieën en andere hulpmiddelen

  • K. DE FLOU. Woordenboek der Toponymie van Westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne en een gedeelte van het graafschap Ponthieu. Gent, 1914-1938.
  • M. GIJSSELING. Toponymisch woordenboek van België, Nederland, Luxemburg, Noord-Frankrijk en West-Duitsland (vóór 1226). Z.p., 1960.
  • C. KOEMAN. Atlantes Neerlandici, Bibliography of terrestrial, maritime and celestial atlases and pilot books published in the Netherlands up to 1880. Amsterdam, 1967-1971.
  • M. SERVAIS. Wapenboek van de provincies en gemeenten van België. Brussel, 1955.
  • M. SERVAIS. Wapenboek van de provincies en gemeenten van België. Supplement 1955-1968. Brussel, 1969.
  • F.K. STALLAERT. Glossarium van verouderde rechtstermen, kunstwoorden en andere uitdrukkingen uit Vlaamsche, Brabantsche en Limburgsche oorkonden. Handzame, 1978.
  • E. STRUBBE & L. VOET. De chronologie van de Middeleeuwen en de Moderne Tijden in de Nederlanden. Antwerpen, 1960.

 


Klik hier om verder te lezen.