Gasia Louis (1898-1950)

° Hoegaarden, 27 januari 1898, - † Leuven, 15 september 1950

beroep

kapelmeester, componist.

loopbaan

Studeerde aan het Conservatoire Royal de Bruxelles waar hij een eerste prijs behaalde voor algemene cultuur en muziekgeschiedenis (1918), geschreven harmonie (1921) en fuga (1924, J. Jongen). Hij speelde althoorn bij het 4e Karabiniers (1919), het 1e Grenadiers (1923) en het 8e Linie (1934), waar hij onderkapelmeester werd (1935). Vanaf 1937 was G. verbonden aan het 3e Linie (Oostende), eerst als adjudant-kapelmeester, later als onderluitenant (1937) en luitenant (1940). Na de Tweede Wereldoorlog stapte hij over naar het 4e Linie (1945, Brugge), de 1e Brigade (1946) en werd in 1947 de eerste kapelmeester van de Muziekkapel van de Zeemacht (Oostende). Na zijn oppensioenstelling werd hij directeur van de Stedelijke Muziekacademie te Tienen (1949). G. schreef heel wat voor blaasorkest : ouvertures, een suite, marsen w.o. de Mars van de Belgische Zeemacht, de Mars van de Transmissietroepen en een processiemars.

bibliografie

- F. Pieters, Van trompetsignaal tot muziekkapel, Kortrijk, 1981, p. 223-224.
- Lexicon van de muziek in West-Vlaanderen, Brugge,1, Brugge 2000.
- F. ROQUET, Lexicon Vlaamse componisten geboren na 1800, Roeselare, 2007.